Het hek is alweer van de dam. Na amper zeven speeldagen wordt de Belgische arbitrage andermaal vol onder vuur genomen, niet geheel onlogisch na een resem twijfelachtige beslissingen. De kritiek stemt daardoor echter niet alleen op bij fans en analisten, maar tevens bij een aantal vermaarde ex-collega's.
Zo uitte eerder Tim Pots al zijn bedenkingen bij de manier waarop Lawrence Visser het spel hervatte na de geannuleerde strafschop voor Cercle Brugge tegen stadsgenoot Club, een interventie die volgens Serge Gumienny dan weer helemaal niet nodig was. In Het Belang van Limburg geeft hij aan dat de VAR in dit soort situaties alleen maar voor onzekerheid zorgt bij de scheidsrechter op het veld. De voormalige topref stelt daarnaast de laksheid van vele spelleiders bij zware tackles, zoals die van Adriano tegen Anderlecht dit weekend, aan de kaak. Volgens hem zouden zulke fouten in zijn tijd tot twee weken op de strafbank in tweede klasse leiden.
Ook bij Het Nieuwsblad kwam met Johan Verbist een oud-arbiter aan het woord, die tot mei vorig jaar nog als scheidsrechtersbaas aan het werk was. Hij fileert vooral de gebrekkige communicatie vanuit het Referee Department, met een sneer naar grote bazen David Elleray en Betrand Layec. De Brit en Fransman vertoeven volgens Verbist te vaak in het buitenland. Bovendien merkt hij op dat in de wekelijkse communiqués vaak nog niet de helft van de fases waarbij de VAR optrad aan bod komen, een vreemde willekeur. Tot slot vindt Verbist het opvallend dat er al quasi elk weekend fouten werden gemaakt en geeft hij aan "niet meer te kunnen volgen."