Na het puntenverlies op de eerste speeldag knoopte PSV weer aan met de winst, maar na afloop vielen er toch heel wat betreurde gezichten te bespeuren bij de Eindhovenaars. Die zagen sterspeler Hirving Lozano namelijk uitvallen met een knieblessure.
De 24-jarige Mexicaan was nog maar pas hersteld van eenzelfde blessure die hem deze zomer de Gold Cup had gekost, waarin zijn landgenoten ook zonder hem aan het langste eind wisten te trekken. De aalvlugge rechtsbuiten blijft desondanks de absolute ster van zijn team, een status die hij ook bij PSV de voorbije twee seizoenen heeft vergaard. Daar wenste Lozano, die twee jaar geleden nog twee keer scoorde in een oefenwedstrijd tegen de Rode Duivels, na een campagne met 21 doelpunten en 12 assists deze zomer te vertrekken.
Met Napoli was er nu ook concrete interesse, want de Zuid-Italianen hadden er maar liefst 42 miljoen voor over om 'Chucky' voorin te koppelen aan Dries Mertens. Een deal die ze in het Philips Stadion mede door het moeilijke gedrag van Lozano best zagen zitten en dus eerstdaags afgerond zou worden. Toch besloot Mark van Bommel hem op te stellen tegen ADO Den Haag, waar het noodlot dus toesloeg. Lozano mag zo vermoedelijk een kruis trekken over zijn transfer, een situatie die doet denken aan die van Leroy Sané bij Manchester City. Ook hij liep vlak voor zijn vermoedelijke transfer naar Bayern München een zware blessure op.