De Champions League zadelt de Belgische clubs dezer dagen vaak met een dubbel gevoel op. Op sportief vlak is het vaak een kalvarietocht - na de exploten van AA Gent in 2015/16 pakten Club Brugge en Anderlecht in de volgende drie edities tot dusver samen amper vier punten. Maar op financieel vlak staat deelname aan het kampioenenbal meer dan ooit gelijk aan de jackpot.
Dat mocht ook Anderlecht vorig seizoen nog eens ondervinden. Hun campagne werd sportief niet meteen een succes, met vijf nederlagen en enkel een overwinning in de laatste match op het veld van Celtic. Maar ondanks die povere resultaten blijkt uit cijfers van de UEFA dat Paars-Wit maar liefst 19 miljoen euro opstreek in de Champions League.
De startbonus van 12,7 miljoen euro zorgde voor het leeuwendeel van de inkomsten. Daar kwam nog eens 1,6 miljoen prestatiebonussen en 4,7 miljoen uit de marketingpool bovenop. Daarmee was Anderlecht wel allesbehalve één van de grootverdieners, enkel Benfica, Qarabag, APOEL en Maribor deden nog slechter. Hun inkomsten staan in schril contrast met de 89 miljoen euro die Real Madrid in ontvangst mocht nemen na zijn eindzege.