Kobe K
De eerste speelronde van EK 2024 zit erop en dat leverde inmiddels heel wat mooie wedstrijden op. Maar bij de Vlaamse volgers van het toernooi verscheen inmiddels ook heel wat kritiek. Meer bepaald op de omkadering die wordt voorzien door de VRT.
De openbare omroep verloor in de voorbije jaren heel wat televisierechten en zal vanaf volgend seizoen zelfs geen Europees voetbal meer uitzenden. Maar de grote toernooien houdt men voorlopig wel in handen. Daar werd in het recente verleden ook hoog op ingezet, met omkadering in grote studio's of mooie locaties.
Tijdens het huidige EK werd het roer echter omgegooid. Zo wordt momenteel gebruik gemaakt van de 'Toots-studio' om de omkadering in te voorzien. Dit is evenwel een behoorlijk kleine studio, zeker als er ook nog eens plaats voorzien moet worden voor publiek. Iets wat niet bepaald voor een echte EK- of WK-sfeer zorgt.
Gevolg van besparingen
Daar zijn echter verschillende redenen voor. Allereerst de besparingen die worden doorgevoerd op de VRT, waardoor de middelen beperkt zijn. Daarnaast zijn er deze zomer ook de Tour de France en Olympische Spelen, waar men ook al hoog op inzet. En dus moesten er keuzes gemaakt worden.
Moest het EK een succes worden voor de Duivels, zou de VRT volgens De Morgen wel van plan zijn om in te grijpen. Zo liggen er plannen op tafel om te verhuizen naar een grotere studio of locatie. "Er zijn, mocht het nodig zijn, wel een aantal alternatieve scenario’s. Maar het heeft geen zin daar nu al op vooruit te lopen", stelt Thomas Swannet, hoofdredacteur van Sporza.
Haperende touchscreen
Er kwamen echter niet enkel klachten over de te kleine studio. Ook de staantafel waar de analisten plaatsnemen wordt niet gesmaakt bij het grote publiek. Laat staan het haperende touchscreen-scherm waar de analisten mee moeten werken. Toch blijft men dit een goede tool vinden. "We zijn nog steeds overtuigd van de meerwaarde van die schermen. Wanneer de studiogasten die zelf kunnen bedienen wordt zo’n analyse toch meteen een stuk dynamischer. Maar dan mag de technologie ons natuurlijk niet in de steek laten", aldus Swannet.
