Kobe K
RSC Anderlecht had alles in eigen handen om zich dit seizoen voor de 35ste keer tot Belgisch landskampioen te kronen. Maar een eventuele titelviering lijkt opnieuw minstens een jaartje uitgesteld te moeten worden. Na de nederlaag tegen Club Brugge is RSCA zelfs teruggevallen tot de derde plaats.
In principe mag de recordkampioen nog steeds hopen op zijn eerste landstitel sinds 2017. Maar dan moet het op de slotspeeldag zelf gaan winnen op het veld van Antwerp FC. Daarnaast moet Club Brugge verliezen tegen Cercle Brugge én mag Union SG op eigen veld tegen KRC Genk maximum één puntje pakken.
Het heeft er dus alle schijn van dat Anderlecht opnieuw met lege handen zal achterblijven. Zelfs een ticket voor de voorrondes van de Champions League is momenteel erg ver weg. In vergelijking met vorig seizoen, toen Paars-Wit slechts elfde werd, is een derde plaats nog steeds een enorme verbetering. Maar gezien het competitieverloop kunnen de Brusselaars niet anders dan over een teleurstelling spreken.
LEES OOK: Wanhopige RSCA-deal: Renard flirt met catastrofe
Riemer tactisch ondermaatsHet had nochtans zo'n mooie avond kunnen worden tegen Club Brugge. Zelfs een puntendeling was voldoende om straks vanuit pole-positie aan de slotspeeldag te beginnen. Maar uiteindelijk werd met 0-1 verloren. Anderlecht speelde voor eigen volk dan ook een erg matige wedstrijd. Tegen het goed gebalanceerde blok van Blauw-Zwart vonden de Brusselaars maar geen oplossing.
Volgens analist Philippe Albert is dat grotendeels de fout van coach Brian Riemer. "Anderlecht zal geen kampioen worden en dat is de schuld van zijn coach", klinkt het bij SudPresse. "Riemer heeft zijn limieten getoond met zijn tactische keuzes. Gezien de complexiteit en veelvuldigheid van zijn keuzes, blijkt dat deze coach niet kan beslissen. Meer nog: hij kan zijn keuzes niet aanpassen aan de omstandigheden en verloop van de match."
Toekomst bij RSCA in gevaar?
Door de relatief goede resultaten tot dusver, werd de positie van Riemer dit seizoen nooit echt in vraag gesteld. Maar volgens Albert is er in functie van de toekomst toch een grondige evaluatie van de Deen nodig. "Zit hij wel op zijn plaats ondanks een lopend contract tot medio 2026? Op basis van wat hij in het voorbije anderhalf jaar heeft gespresteerd, namelijk een elfde plaats vorig seizoen en een waarschijnlijke mislukking om de titel in 2024, moet zijn bazen zich toch grote vragen stellen."
