Mousa Dembélé wordt tegenwoordig aanzien als één van de betere middenvelders van Europa, maar evident is dat eigenlijk allesbehalve. De Rode Duivel begon zijn carrière immers als spits en nummer tien, maar ging pas enkele jaren geleden een rijtje lager spelen.
In Sport/Voetbalmagazine vertelt Dembélé over dat kantelpunt in zijn carrière. "Ik speelde mijn wedstrijden bij Fulham meestal op 10, maar op een gegeven moment begonnen we een ander systeem te spelen, en toen riep manager Martin Jol me bij hem. Hij vroeg me hoe ik tegenover een rol als verdedigende middenvelder zou staan", klinkt het.
"Hij dacht dat het een ideale positie voor mij was, omdat ik dan mijn verdedigende kwaliteiten kon tonen maar tegelijkertijd ook nog af en toe mijn aanvallende bijdragen kon leveren. Ik stond er meteen voor open. In feite was ik zelfs blij, want het was een positie waarover ik eerder al eens had nagedacht."
"Achteraf gezien heb ik me misschien nooit een pure aanvaller gevoeld. Ik denk dat ik het als spits bij AZ desalniettemin best goed deed, maar als ik mezelf vergeleek met de andere aanvallers, voelde ik dat zij een grotere drive hadden om te scoren. Ik was ook al blij als ik een assist gaf. Toen ik op het middenveld ging spelen, voelde het direct natuurlijk. It made more sense."