Het wil maar niet lukken voor Anderlecht tegen Union. Donderdagavond ging het al voor de achtste keer onderuit tegen de stadsgenoot en deze nederlaag was een zure. Door het 2-1-verlies ligt Anderlecht uit de beker, maar vooral de manier waarop zorgde voor frustratie.
Anderlecht kreeg immers een unieke kans om te winnen, want het mocht een uur lang met een man meer spelen. Paars-Wit liet echter de kansen op de gelijkmaker liggen en slikte vanop de stip vervolgens de 2-0. Die klap kwam het niet meer te boven, ook omdat de aansluitingstreffer van Dreyer pas diep in blessuretijd viel.
Vertonghen steekt hand in eigen boezem
Terwijl Brian Riemer achteraf met een beschuldigende vinger naar de scheidsrechter wees, stak Jan Vertonghen resoluut de hand in eigen boezem. "Met elf tegen tien was het toch niet goed genoeg", stelde hij vast bij Het Laatste Nieuws. "Tot de rode kaart was Union beter in het spel en kwamen wij er niet uit. Ze kwamen 1-0 voor. Na de rode kaart waren we natuurlijk de betere ploeg en creëerden we zelf een paar oké kansen, maar scoorden we niet."
Na de 2-0 probeerde Brian Riemer wel nog in te grijpen. Hij bracht meteen na de goal Vazquez voor Bouchouari en in de laatste 20 minuten kwamen ook nog Stroeykens en Degreef voor Rits en Augustinsson. Desondanks leek Vertonghen toch opvallend kritisch voor de aanpak van zijn coach.
Riemer greep te laat in
Die had volgens de Rode Duivel sneller moeten ingrijpen. "Je weet dat je tegen een laag blok komt. Of dat tegen 11 of tegen 10 of tegen 9 spelers is, je gaat geen één-op-één kansen bij de keeper krijgen. We moesten gewoon veel directer spelen. En daar begonnen we te laat mee", vond hij immers.
Anderlecht zal snel zijn lessen moeten trekken uit de nieuwe ontnuchtering, want zondag wacht al een nieuwe confrontatie met Union. Dan komen ze immers op bezoek in het Lotto Park voor de 22ste speeldag van de Jupiler Pro League. Een nieuwe nederlaag zou betekenen dat Anderlecht zijn achterstand verder ziet oplopen.