Maarten Coenen
Het verhaal van Danny Boffin bij KFC Diest begint steeds meer te lijken op een wel heel slechte horrorfilm. De voormalig Rode Duivel zag de traditieclub vorig jaar afstevenen op een fiasco, tot er plots toch nog een oplossing uit de bus kwam. Die lijkt echter van heel korte duur...
Saoedisch zandkasteel
Boffin kwam vorig seizoen nog eens in het nieuws toen hij een Saoedische investeerder aanbracht bij amateurclub Diest, (toen nog) uitkomend in de derde amateurklasse. Daar was de voormalig Rode Duivel al aan de slag als trainer (en tot op heden is hij dat nog steeds).
De nieuwe mecenas bleek echter een 'fantoompersoon', zoals HBVL het plastisch omschreef. Wat volgde waren: onbetaalde rekeningen, spelers die niet of slechts gedeeltelijk werden betaald en een degradatie richting eerste provinciale. Voor de gewezen Rode Duivel was het ook persoonlijk een fikse klap, nadat hij eerder al te maken kreeg met een persoonlijk faillissement.
Van drama naar... nieuw drama
Door de financiële onzekerheid was het heel lang onzeker of Diest überhaupt nog zou blijven bestaan. De Vlaams-Brabantse club kent sowieso al een woelige geschiedenis maar last minute werd er vaak een oplossing gevonden.
En ook nu weer kon Diest toch van start gaan in eerste provinciale, zij het met een sterk afgeroomde kern. Na zeven speeldagen staat het team van Boffin afgetekend laatste met slechts één punt en een doelpuntensaldo van -19.
Maar opnieuw duiken er ook extrasportieve problemen op. Zo zouden er leden van de technische staff en spelers wederom niet betaald zijn of maar gedeeltelijk. Bij Radio Demerstad reageerde Boffin alvast gelaten. "We hebben te kampen met moeilijke omstandigheden. Onze aanvoerder viel tegen Houtem uit na enkele minuten en vier andere spelers kwamen door omstandigheden niet opdagen. We moeten dan ook nog eens trainen in schandalige omstandigheden op het B-veld achter De Warande, dat toegankelijk is voor iedereen. Bij regenweer ligt daar een grote plas in het strafschopgebied.” Bij het clubbestuur zelf bleek volgens Het Nieuwsblad niemand bereikbaar voor commentaar.
