Stephan Calander
Sebastien Pocognoli heeft Union SG naar de zevende hemel gebracht. De T1 nam het stokje van Alexander Blessin aan het begin van het seizoen over en startte niet ideaal in Brussel. Uiteindelijk wist Pocognoli het tij te keren en na een schitterende Play-Off 1 werd het na 90 jaar nog eens kampioen.
Union SG kende een ongelooflijke Champions Play-Offs en haalde Club Brugge én KRC Genk in de stand in. De afgelopen jaren was de Brusselse club er al dichtbij, maar telkens liep het mis. Deze keer was het wél raak. Op de slotspeeldag werd KAA Gent opzijgezet en de titel binnengehaald. Succescoach Pocognoli krijgt veel lof.
Coach van het Jaar
Pocognoli werd uitgeroepen tot Coach van het Jaar in de Jupiler Pro League. “Ik ben heel tevreden en heel trots. Ik dank eerst en vooral mijn spelers en staf. De afgelopen 24u heb ik heel rustig beleefd, zoals heel het seizoen. Uiteraard was er veel emotie en heb ik genoten. Een jaar geleden was ik nog coach van de Belgische U19 en toen ik tekende bij Union wilde ik gewoon kampioen worden.”
Pocognoli startte met een 14 op 30 bij Union, maar bleef een koele kikker. Zijn kalmte werd een groot succes in het Dudenpark en het tij werd volledig gekeerd. “Ik ben in mijn leven ook rustig. Als speler was ik iets agressiever en nu moet ik niet overdrijven als coach. Ik heb een goede balans gevonden dit seizoen door de club én door de spelers”, zei hij aan Het Laatste Nieuws.
Meteen toptransfer?
Pocognoli wordt gelinkt aan een paar Franse clubs. Vooral RC Lens wordt genoemd. “Ik moet eerlijk zeggen dat ik voor de Play-Offs tegen mijn spelers heb gezegd dat er sowieso interesse zal zijn. De focus moet hetzelfde blijven. En ik heb dat ook gedaan. Ik ga vanaf morgen met de club praten over de toekomst en de plannen volgend seizoen.”
Pocognoli had een duidelijke boodschap aan Union SG over zijn toekomst. “Er zijn nog dingen dat we beter kunnen doen op het veld. Ik ben heel gemotiveerd om dit te perfectioneren. We spelen ook Champions League dus dat is ook een reden om nog een jaar te blijven, maar in het voetbal weet je uiteraard nooit.”
