Olivier Plancke
In de eerste twee competitiewedstrijden van het nieuwe seizoen slikte Club Brugge al vier tegendoelpunten. Nochtans gebeurt het zelden dat Blauw-Zwart in twee opeenvolgende competitiewedstrijden minstens twee doelpunten slikt. Maar als dat al eens voorvalt, dan is dat meestal ook de voorbode van een slechte reeks. Bovendien is het minstens 36 jaar geleden dat Club in de eerste twee speeldagen van de competitie telkens minstens twee goals slikte.
WANKELE DEFENSIE
Abominabel. Middelmaat. Het zijn slechts enkele termen dat de pers aanhaalt om de wedstrijd van Club Brugge tegen KAS Eupen te omschrijven. De huidige landskampioen ging zondag met 2-1 onderuit Am Kehrweg. “Geen tempo, geen ideeën, geen duelkracht en geen kansen = geen punten”, vatte Het Laatste Nieuws de prestatie van de uitgesproken titelfavoriet perfect samen. “Het was absoluut niet goed genoeg”, zei Hoefkens na afloop aan Sporza. “Zo een hele match spelen, kan niemand zich permitteren.”
Terwijl Carl Hoefkens zijn kritiek richtte op het collectief geheel van Club Brugge, wees Simon Mignolet de Brugse defensie op zijn plichten. “Dat we weer twee goals tegen krijgen en ik weer een hoop ballen uit doel moet halen? Het is duidelijk dat ik daar niet gelukkig mee ben. We zijn heel instabiel achteraan en dat moet snel veranderen. We moeten daar de komende weken op werken”, zei de enige uitblinker van Club Brugge aan Het Nieuwsblad. Mignolet zei waarop het stond en het is duidelijk dat de verdediging dit seizoen erg kwetsbaar is.
MECHELE EN NSOKI
Club Brugge speelde dit seizoen 2 competitiewedstrijden en daarin slikte het dus al 4 tegendoelpunten. Tegen KAS Eupen stond de defensie wankel, maar vorige week was dat ook al het geval tegen KRC Genk. In de voorbije jaren startte Club de Belgische voetbalcompetitie wel eens vaker met een valse noot, maar 4 tegendoelpunten in de eerste 2 competitiewedstrijden is toch al minstens 36 jaar geleden - tot zover reikt onze historiek van de wedstrijden in de Eerste Klasse.
De huidige start van Club Brugge is dus hoogst uitzonderlijk te noemen en toont aan dat de West-Vlamingen met een groot probleem kampen in de defensie. Brandon Mechele was vorige week tegen KRC Genk de gebeten hond en tegen KAS Eupen viel die bedenkelijke eer Stanley Nsoki te beurt. Als Vincent Mannaert nog van plan is om uit te pakken in de komende weken, dan bekijkt hij dus best eens enkele interessante defensieve profielen.
DE VOORBODE VAN NÓG MEER?
Bovendien is het absoluut nog geen zekerheid dat de verdediging van Club Brugge zich op de volgende speeldag tegen Zulte Waregem zomaar zal herpakken. In de voorbije twee seizoenen (2021/2022 en 2020/2021) bleek dat een reeks van meer dan twee tegendoelpunten in twee competitiewedstrijden meestal zelfs de voorbode is van nóg meer tegendoelpunten. In de jaargang daarvoor (2019/2020) slikte Club Brugge dan weer geen enkele keer twee of meer tegendoelpunten op een rij.
Seizoen 2021/2022
Club Brugge slikte vorig seizoen in vier opeenvolgende wedstrijden minstens twee tegendoelpunten. Daarin werden wel 7 punten op 12 behaald. In het begin van deze jaargang incasseerde Club ook nog eens 8 (!) tegengoals in twee wedstrijden.
Speeldag 5: Club Brugge - Beerschot 3-2
Speeldag 6: AA Gent - Club Brugge 6-1
Speeldag 14: Club Brugge - Standard 2-2
Speeldag 15: KV Mechelen - Club Brugge 2-1
Speeldag 16: KRC Genk - Club Brugge 2-3
Speeldag 17: Club Brugge - RFC Seraing 3-2
Seizoen 2020/2021
Ook in het seizoen 2020/2021 stond de defensie van Club Brugge wankel te presteren, dat was vooral in money time het geval tijdens de laatste twee wedstrijden van de reguliere competitie en de eerste twee wedstrijden van de (mini) Play-off I. Ook in de laatste twee wedstrijden van de nacompetitie werd de Brugse defensie nog eens 5 keer gepasseerd.
Speeldag 33: Anderlecht- Club Brugge 2-1
Speeldag 34: Club Brugge - Moeskroen 4-2
Speeldag 1 POI: Club Brugge - Anderlecht 2-2
Speeldag 2 POI: KRC Genk - Club Brugge 3-0
Speeldag 5 POI: Anderlecht - Club Brugge 3-3
Speeldag 6: Club Brugge - KRC Genk 1-2
LEES OOK: Club Brugge verzwakt? Vanhaezebrouck geeft het antwoord
