Arne Decraene
Hij leek het volgende goudhaantje te zullen worden die Club Brugge tel van miljoenen zou opbrengen, maar plots ging de ster van Emmanuel Dennis in Jan Breydel in vrije val. Sinds januari wordt het 23-jarige woelwater uitgeleend aan FC Köln, zónder aankoopoptie weliswaar.
Blauw-Zwart koesterde dan ook goede hoop dat Dennis zijn oude vorm terug zou vinden bij het nummer 14 in de Bundesliga, om hem vervolgens komende zomer alsnog voor een aardig bedrag van de hand te doen. Momenteel wordt de waarde van de Nigeriaan volgens het gerenommeerde Transfermarkt nog op een slordige 11 miljoen geschat, al is het nog maar de vraag of Vincent Mannaert zelfs die som in de wacht zal kunnen slepen. Ook in Duitsland weet Dennis, voor wie naar verluidt vorige zomer nog een bod van 15 miljoen werd geweigerd, voorlopig immers geen potten te breken.
Zo zijn heel wat fans in Keulen niet helemaal overtuigd van zijn kwaliteiten, en lijkt hij ook bij coach Markus Gisdol stilaan zijn krediet te hebben verspeeld. Nadat de polyvalente aanvaller tegen Bayern München al aan de rust in de kleedkamer bleef, begon hij nu tegen Werder Bremen voor het eerst op de bank. Als invaller hielp Dennis wel nog een puntje uit de brand te slepen, maar die dalende lijn zal zijn marktwaarde wellicht toch geen deugd doen. Slecht nieuws voor Club, dat gezien zijn aflopend contract in 2022 min of meer genoodzaakt is om de dribbelkont straks van de hand te doen.
UPDATE 11/03
De matige prestaties van Dennis in Keulen zijn ook Het Nieuwsblad opgevallen, dat naar aanleiding van zijn bankzitterstatuut contact opnam met Club Brugge. Daar wordt volgens de krant voorlopig echter niet zwaar getild aan diens moeizame start. "Omdat hij in de maanden voordien weinig gespeeld had, is het normaal dat hij moeite heeft met de hoge intensiteit van de wedstrijden, klinkt het namelijk vanuit Westkapelle. Met nog slechts 10 matchen te gaan in de Bundesliga, lijkt de tijd evenwel toch vrij beperkt voor Dennis om de motor er alsnog in gang te krijgen.
LEES OOK: Standard en AA Gent: beter of niet? De verrassende tussenbalans
