Arne Decraene
Na het verlies tegen Engeland van afgelopen zondag hadden de Rode Duivels wat recht te zetten in de Nations League. Onder impuls van Romelu Lukaku werd die missie in IJsland ook tot een goed einde gebracht, zij het zonder veel overschot. Met twee doelpunten trok de nationale topschutter eigenhandig een 1-2 zege over de sleep.
In vergelijking met de nederlaag in Wembley voerde Roberto Martinez twee wijzigingen door. De afwezige Kevin De Bruyne werd vervangen door Leandro Trossard, Jérémy Doku kwam in de plaats van Timothy Castagne. Yannick Carrasco schoof zo een rijtje achteruit. Offensief misten de Belgen dus heel wat vuurkracht, maar na een lange bal op Lukaku stond de 0-1 desalniettemin na negen minuten al op het bord. Rond het kwartier was alles echter alweer te herdoen, want na een knappe steekpass van Runar Sigurjonsson kwam Birkir Sevarsson oog in oog met Simon Mignolet. De rechtsachter faalde niet en bracht de bordjes weer in evenwicht.
Kort voor rust achtte gelegenheidsaanvoerder Lukaku dan weer zijn moment gekomen om, net als in Engeland, na een licht contact de grond op te zoeken. Gelukkig ging ook Andris Treimanis in op de claim van de Inter-spits, die de daaropvolgende elfmeter opnieuw niet liet liggen. Lukaku zit zo nu al aan maar liefst 55 treffers in 87 interlands. Na de pauze gingen de Rode Duivels iets te voorzichtig op zoek naar een goal om de voorsprong uit te diepen, met enkel Hans Vanaken en Castagne die tussen de lijnen kwamen. In het slot stuurde ook Arnar Vidarsson zijn troepen nog naar voren, maar de lichte druk van de IJslanders leverde niks meer op.
Een zuinige zege dus, maar wel drie belangrijke punten dus voor onze nationale troepen. Dankzij de uitschuiver van Engeland in eigen huis tegen Denemarken, doen zij zo tenslotte opnieuw haasje over met de voornaamste concurrent voor de groepswinst. In de komende twee duels, midden november tegen diezelfde Engelsen en Denen, kunnen de Belgen op die manier dus een plaatsje afdwingen in de Final Four van de Nations League.
