Vrijdagavond openen Sint-Truiden en Racing Genk de 21ste speeldag in de
Jupiler Pro League. De
Kanaries hopen alvast wat te rapen in de streekderby, want ze hebben de punten broodnodig. Voorzitter Benoît Morrenne maakt zich echter niet te veel zorgen over een verlengd verblijf in de hoogste klasse.
In de heenronde scoorde STVV soms met de ogen dicht, alleen slikte het ook doelpunten aan de lopende band. Dat is nu anders, want Franky Van der Elst en co behalen de ene 0-0 na de andere. "Dat is normaal", zegt Morrenne. "Achterin hebben we meer stabiliteit, waardoor we minder doelpunten slikken. Voorin staan we zwakker omdat bijna ons hele offensieve compartiment in de lappenmand ligt: Reza, Okotie én Andrade."
Op de vraag of Sint-Truiden zich dan niet moet beginnen zorgen maken, is de voorzitter duidelijk. "Ik ben er 99 procent zeker van dat we zullen slagen in ons opzet. Toen we thuis gelijkspeelden tegen Genk stonden we tien punten achter op de veertiende. Vandaag hebben we die achterstand grotendeels dichtgereden. We zijn er nog niet uit, maar we horen er wel weer bij. Als wij dit weekend zouden winnen en onze twee grootste concurrenten (Westerlo en Zulte Waregem, nvdr.) laten punten liggen, staan we zelfs al buiten de degradatiezone."
Toch hebben deze twee concurrenten zich wél versterkt, in tegenstelling tot de Limburgers. "OK, Berrier komt erbij, maar Maréval vertrekt wel bij Zulte Waregem. Is dat een versterking? De ene is de andere waard. Dat Westerlo een nieuwe doelman haalt is logisch, Deelkens is nog out tot maart", maakt de voorzitter zich sterk.
Sint-Truiden besprak onlangs het dossier-Sarr met de mensen van Genk, maar besloot uiteindelijk deze piste te verlaten. "In het verleden hebben we vaak de fout gemaakt ons aan Genk te spiegelen. Dat was fout, vooral ingegeven door misplaatste jaloezie. Er werd steeds opnieuw gezegd dat Genk maar kon groeien door het geld van de Limburgse reconversie. Maar van afgunst kan je niet leven. Nu zijn we onze eigen weg ingeslagen met een eigen stadionproject."
LEES OOK:
Liefde voor Beerschot: "Antwerp toonde al interesse"
Nico Vanhaelen
