Ivan Leko kende de voorbije twee seizoenen de nodige successen als trainer van Club Brugge, maar die werden toch een beetje overschaduwd door die noodlottige 10 oktober 2018. Toen barstte Operatie Propere Handen los, waarbij ook Leko opgepakt werd en een nacht in de cel moest blijven. De Kroaat sierde bovendien alle artikels over het onderzoek, hoewel zijn rol in het dossier eerder miniem lijkt.
Leko werd wel in verdenking gesteld van witwasprakijken. "Die twee dagen dat ik werd opgepakt, zijn de twee slechtste uit mijn leven. Dat had een negatieve impact op mijn imago, vooral in het buitenland. Maar de club en de supporters geloven in mij. Op een dag zal de waarheid naar boven komen. Ik zou nooit iets doen wat het voetbal kan vernietigen. Nooit nam ik zwart geld aan", houdt hij echter vol in Het Nieuwsblad. "Maar ik ben geen advocaat of econoom. Als je iemand stuurt om te onderhandelen over je contract, heb je daar vertrouwen in."
Daarmee doelt hij op Dejan Veljkovic, zijn gewezen makelaar, waar hij zich nu uitdrukkelijk van distantieert. "Vijf, zes jaar geleden was hij dat. Toen ik bij OHL zat in tweede klasse, waar de contracten tien keer kleiner zijn. Ik ben een nobody in dit verhaal. Trouwens, zijn spelers kwamen bij mij niet aan de bak. Kostovski niet bij OHL, Bezus niet bij STVV. Rits? Ik wist niet eens dat dat zijn makelaar was. Tomecak? Speelde die? Mijn eigen kind zou niet spelen als het niet goed genoeg was."