Aimé Anthuenis mag terecht worden beschouwd als één van de grondleggers van het succes van Racing Genk. Midden jaren negentig bracht de trainer zijn club in vier seizoenen de promotie, de Beker van België en de landstitel. Anthuenis strooit vooral met lof naar de toenmalige spelers. De Zondag vroeg in een interview met Anthuenis naar het geheim van het toenmalige Racing Genk: “De kwaliteit van de groep. Dat waren voornamelijk ondergewaardeerde spelers die elders gesukkeld hebben. Met Oulare als mooiste voorbeeld. Ik kende hem al heel lang. Mislukt bij verschillende clubs. Het bestuur wou hem eerst geen contractverlenging aanbieden. Uiteindelijk zijn ze mij toch gevolgd.†“Ook het systeem was uniek: wij speelden elke wedstrijd met twaalf. Jacky Peeters was zowel rechtsback, rechtshalf als rechtsvoor. Idem voor Davy Oyen links. De veldbezetting was aangepast aan de spelers.†Anthuenis werd vaak beschouwd als een vaderfiguur, maar dat betwist hij:
 â€O neen, dat geeft de indruk een gezapige trainer te zijn, dat was ik niet. Ik was eerder een eigenzinnige koppigaard. Als het nodig was, was ik keihard. Nu, als spelers problemen hadden, ook privé, dan stond mijn deur wel altijd open. Waarschijnlijk daarom dat Oulare en andere donkere spelers mij ‘papa’ noemden.â€