Hein Vanhaezebrouck moest afgelopen zondag de tol betalen voor de zwakke resultaten en het matige voetbal van RSC Anderlecht. Maar er lagen nog meer factoren aan de basis van zijn ontslag. Zo was zijn relatie met voorzitter Marc Coucke allesbehalve optimaal.
De twee probeerden weliswaar zo goed mogelijk samen te werken, maar Vanhaezebrouck zou zich steeds meer geërgerd hebben aan de sportieve bemoeienissen van de preses. Zo was er de affaire-Dimata, maande Coucke zelf aan tot het opstellen van bepaalde spelers én zelfs tijdens de wedstrijden liet hij zich blijkbaar gelden. "Hij ging soms binnen tijdens de rust om tactische richtlijnen te geven, voor een coach is dat heel nefast", stelde analist Wim De Coninck bij Vista. "Hij zou tijdens de rust zelfs een keer zo lang gespeecht hebben, dat Hein zelf geen tijd meer had om richtlijnen te geven", vult journalist Niels Poissonnier aan.
Volgens voormalig Gouden Schoen Gilles De Bilde heeft de voorzitter weliswaar dat recht, maar moet hij veel voorzichtiger omgaan met zijn interventies binnen de kleedkamer. "Een voorzitter mag dat eens doen. Je moet dat zelfs doen, zeker als het slecht gaat. Maar je moet daar niet in overdrijven, dan heeft het ook geen effect meer."