Deze zomer keerden heel wat verloren zonen terug naar België, ook bij de topclubs. Bij KRC Genk deden ze echter niet mee aan die trend. Volgens technisch Dimitri de Condé is er een heel simpele reden waarom de Limburgers geen oude bekenden terughalen.
"Wij als KRC Genk hebben het in deze dossiers wat moeilijker, omdat de jongens die hier zijn vertrokken, het allemaal super goed doen in het buitenland. We hebben haast geen dossiers van jongens die niet slagen", stelt hij in Sport/Voetbalmagazine. "Stap voor stap gaan, dat is ons businessmodel. En hen dan laten gaan, als ze er klaar voor zijn."
Bovendien lijkt De Condé ook geen grote fan van het fenomeen. "Het gevaar is, eenmaal ze zich hebben gesetteld, dat er een bepaalde verzadiging optreedt. Wat niet wil zeggen dat het niet kan, Carcela heeft vorig seizoen een zeer hoog niveau gehaald. Het is alleen de uitdaging om niet te kijken naar die twee maanden, maar om te streven naar rendement over twee, drie jaar. En bij dat type spelers ligt het risico hoger. Dat ze in het begin na hun terugkeer uit het buitenland enthousiast zijn maar dat zoiets daarna wegvalt, omdat ze hebben gekozen voor stabiliteit. Daar proberen wij als club rekening mee te houden, al blijft het voetbal en is elk dossier verschillend."