KV Oostende doet het, net als vorig seizoen, goed in de Jupiler Pro League. Vooral Bjorn Ruytinx, die het vooralsnog met invalbeurt moeten doen, was al meermaals belangrijk. Hilde Van Malderen beschreef hem in haar boek als iemand die goed weet wat hij kan, maar ook wat hij niet kan. Dat liet hij nogmaals blijken. Hoewel hij vaak een ruige indruk geeft, is Ruytinx duidelijk een zachte jongen. Hij heeft zijn eigen soort spel, dat hem op zijn manier beter maakt. Hij moet immers z'n gebrek aan techniek compenseren. "Ik heb tot mijn 21ste in derde provinciale gespeeld. Ik heb jarenlang maar twee keer per week getraind, waardoor mijn techniek altijd mijn zwakke punt zal blijven", begint hij zijn verhaal tegenover Het Nieuwsblad. Hij beseft dat hij op veld een stevige beer is, met z'n eigen imago. "Ik flirt met de grens, dat is mijn spel. Provoceren, geprovoceerd worden. Vroeger was dat schering en inslag. Kerels als Boskamp en Albert, die het nu aan de kaak stellen, deden het vroeger zelf. Maar ja, toen stonden er geen 87 camera's op", besluit Ruytinx.