Dinsdagavond spelen de Rode Duivels tegen Japan. Aangezien Christian Benteke maandag nog apart trainde, lijkt het er sterk op dat Romelu Lukaku opnieuw zijn kans krijgt in de aanval. "Ik ga gewoon goed spelen. Dit seizoen ben ik toch wel op dreef", vertelt hij aan VoetbalNieuws. Tegen Colombia viel Lukaku in, en zeventien minuten speelden de Rode Duivels met twee spitsen. Achteraf was bondscoach Marc Wilmots niet tevreden over het experiment. Lukaku gelooft wel in een 4-4-2. "Maar ik ga daar niet over praten met de trainer. Hij is de coach, ik ben de speler, dus ik moet luisteren." "Je kan niet opboksen tegen de trainer" Lukaku vindt het ook te vroeg om een tweespitsensysteem al naar de prullenmand te verwijzen. Om resultaten te kunnen boeken, moet er immers eerst op een systeem getraind worden. "Als je 4-4-2 wil spelen, moet je daar ook specifiek op trainen. Je moet je daar de hele week op kunnen voorbereiden. Maar goed, de trainer heeft zijn mening, maar Christian en ik hebben dezelfde mening. Wij zien een systeem met twee spitsen wel zitten. Christian heeft trouwens altijd in zo'n systeem gespeeld, ook nu bij Aston Villa." Op dit moment zweert de bondscoach echter bij een 4-3-3, en dus blijven Benteke en Lukaku rechtstreekse concurrenten. "Ik heb niets tegen concurrentie, maar je kan niet opboksen tegen de trainer. Mensen vroegen me ook waarom ik wegging bij Chelsea, maar wat moet je doen wanneer de coach een spits haalt die drie keer de Champions League heeft gewonnen met twee verschillende clubs? (Eto'o, red.)" "Ik ben geen counterspits" Over zijn rol in het elftal heeft de twintigjarige Evertonspits ook een mening. "Ik ben geen targetman. Ik ben veel gevaarlijker wanneer ik met mijn gezicht naar het doel van de tegenstander speel. Dat is inderdaad niet altijd ideaal bij de nationale ploeg, maar na de wedstrijden tegen Kroatië en Wales beginnen de ploegmaats toch stilaan door te hebben hoe ze mij moeten aanspelen. In de ruimte." "Of ik niet het risico loop als counterspits gezien te worden? Neen, bij Everton hebben we elke wedstrijd 65 % balbezit, en daar lukt het ook. Ik pas me aan, maar ik wil mijn snelheid niet kwijtraken, want die is enorm belangrijk in de Premier League. Kijk naar Thierry Henry, toen die naar Barcelona ging, moest hij anders spelen, en dat was ook minder."