In de Champions League hebben Manchester City en Tottenham Hotspur woensdagavond voor veruit de meest spectaculaire kwartfinale. Onder impuls van een ijzersterke Kevin De Bruyne konden de Citizens maar liefst vier keer scoren, maar dat was toch onvoldoende. De Spurs kregen de bal zelf immers drie keer tegen de touwen, nadat ze ook al de heenmatch met 1-0 hadden gewonnen.
City en Tottenham zorgden vanaf het begin voor vuurwerk. Raheem Sterling bezorgde City een droomstart door de bal razendsnel in de verre hoek te mikken, maar binnen tien minuten leidde de Londense formatie plotseling met 1-2. Heung-Min Son zorgde in een tijdsbestek van enkele minuten voor een comfortabele voorsprong over twee duels.
City stond plotseling voor de opdracht om drie doelpunten te maken. Twee van de drie kwamen al in de eerste helft tot stand. Bernardo Silva zorgde in de elfde minuut voor de gelijkmaker door de bal via een klutssituatie in de korte hoek te mikken. Sterling tikte na ruim twintig minuten zelfs de 3-2 binnen, vooral de assist van De Bruyne mocht gezien worden.
In de tweede helft schoot Sergio Agüero City virtueel naar de halve finale van de Champions League. Virtueel, want Tottenham gooide alles in de strijd om de 4-3 te maken en dat lukte. Fernando Llorente zorgde voor jubelende Spurs-spelers, al had scheidsrechter Cüneyt Cakir enige tijd nodig om de VAR-ingreep af te wijzen. In blessuretijd keurde hij nog wel de 5-3 van Sterling af, de VAR had immers buitenspel opgemerkt.