De eerste twee achtste finales van het WK stonden zaterdag garant voor het nodige spektakel, maar zaterdag kregen we heel andere koek. Spanje en gastland Rusland zorgden immers voor een bijzonder saai duel. Nadat de reguliere speeltijd op 1-1 was geëindigd moesten er voor het eerst in dit tornooi verlengingen aan te pas komen, maar ook op die manier kregen we geen winnaar. Strafschoppen dus en daarin trok Rusland aan het langste eind.
De wedstrijd begon voor La Furia Roja nog zo hoopgevend. Al na twaalf minuten kwam het op voorsprong. Een vrije trap van Marco Asensio kwam uiteindelijk bij Sergio Ramos, die het zijn dekker Sergej Ignashevich zo moeilijk maakte dat de bal via de Russische veteraan (38) in het eigen doel belandde.
Daarna probeerde Spanje, dat moeite had met het vinden van gaten in de Russische defensie, door te zetten. Toch was het de tegenstander wat nog voor rust mocht juichen. Een kopbal van Artem Dzyuba eindigde op de uitgestoken hand van Gerard Piqué, waarop scheidsrechter Björn Kuipers weinig anders kon dan een penalty te geven. Die werd benut door spits Dzyuba: 1-1.
Na rust begon de jacht op een nieuwe voorsprong van Spanje. Hele grote kansen kwamen er echter nauwelijks. Het breien heen en weer leverde, ook met Andres Iniesta als invaller in de ploeg, weinig op. Zelfs na een half uur verlenging niet, en dus moesten strafschoppen gaan uitmaken wie de kwartfinale zou gaan spelen.
In de loterij vanaf elf meter bleek Rusland tot overmaat van Spaanse ramp de sterkste. Koke en Iago Aspas misten, terwijl Rusland alle penalty's wél raak schoot. Ongelooflijk!
Scoreverloop:
1-0 (12') Sergeij Ignashevich
1-1 (41') Artem Dzyuba