De Rode Duivels hebben zich voor de zesde opeenvolgende keer geplaatst voor een groot toernooi. Het EK 2024 wordt echter de eerste eindronde sinds de veelbesproken generatiewissel werd ingezet. Tijdens het voorbije jaar haakten immers verschillende vaste krachten af.
Na het teleurstellende WK van 2022 was het aanvoerder Eden Hazard die als eerste een punt zette achter zijn carrière als international. Inmiddels is de 32-jarige ook definitief gestopt als profvoetballer. Zijn voorbeeld werd bij de Duivels al snel gevolgd door Simon Mignolet en uiteindelijk ook Toby Alderweireld.
En nadat bondscoach Domenico Tedesco zijn eerste selecties bekend maakte, hielden nog twee internationals het definitief voor bekeken. Naast Nacer Chadli besloot ook Axel Witsel om te bedanken voor het interland-voetbal. Op nog geen jaar tijd vielen samengeteld ruim 480 caps aan ervaring weg.
Veel talent, geen prijzen
Zo blijft er van de zogenaamde 'Gouden Generatie' niet meer veel over. In de jaren voordien hadden ook andere grote namen als Vincent Kompany, Mousa Dembélé, Marouane Fellaini, Steven Defour en Thomas Vermaelen een punt gezet achter hun (interland-)carrière.
Het blijft dan ook een spijtige zaak dat deze groep nooit een hoofdprijs kon winnen. "Ons moment was op het WK 2018. Toen haalden we een heel hoog niveau, daarna werd het moeilijker", vertelt Witsel bij het Spaanse AS. "Als je een titel wil winnen kan je wel de topschutter of beste selectie hebben, maar het team is altijd belangrijker."
De Bruyne en Hazard
Het gebrek aan een grote prijs neemt niet weg dat België in het voorbije decennium kon rekenen op een ongeziene verzameling aan talent. Witsel moest dan ook even blazen als hem gevraagd werd wie nu de allerbeste was van deze groep. "Oh, la, la, la. Dat is moeilijk", klinkt het. "We hebben veel topspelers, maar ik zeg Eden Hazard. En Kevin De Bruyne."