Door de coronacrisis heerst er al een pak onduidelijkheid over de samenstelling van de profcompetities voor komend seizoen en de licentiecommissie heeft die puzzel nog een pak ingewikkelder gemaakt. Zo grepen maar liefst zeven ploegen voorlopig naast hun proflicentie. Vooral in 1B is de schade bijzonder groot.
Vier van de acht 1B-clubs van dit seizoen grepen naast een licentie en zelfs voor het BAS wordt het voor hen zeer moeilijk om de nodige documenten te bekomen. Omdat OHL en Beerschot allicht beiden promoveren (al werd daar nog geen uitspraak over gedaan), blijven zo alleen Union en Westerlo over. Vanuit de eerste amateurliga kregen enkel kampioen Deinze en het Brusselse RWDM een proflicentie. En vier ploegen is uiteraard te weinig om een competitie lee op te starten.
Daarom werd al geopperd om 1B op te vullen met de beloften-selecties van bepaalde clubs. Maar volgens analist Peter Vandenbempt zou dat slechts een overgangsmaatregel zijn. De bedoeling blijft om 1B volledig af te schaffen. "Bepaalde ploegen stellen voor om na het overgangsjaar naar 1 profcompetitie te evolueren met 16, 18 of 20 clubs, en daaronder het amateurvoetbal te organiseren. In 1 reeks of twee reeksen, een Vlaamse en een Waalse. Daarin kun je dan wel de belofteploegen van 1A laten spelen", klonk het bij Sporza.
Volgend seizoen zouden we in ieder geval naar 18 clubs in 1A gaan en mogelijk wordt dat aantal ook definitief aangehouden. Maar volgens Vandenbempt hoeft dat niet eens het einde van de PO's te betekenen. "Die hoogste reeks kan zelfs met 18 nog Play-Offs spelen, weliswaar in een andere vorm, bijvoorbeeld met vier voor de titel en de eerste Europese plaatsen."