In een uniek experiment krijgen de profclubs in 1B volgend seizoen het gezelschap van de beloftenploeg van Club Brugge, die er onder de naam Club NXT zal aantreden. Een ingreep die, naast de sportieve kwesties die met dat idee gepaard gaan, ook op financieel vlak enkele vraagtekens doet oprijzen.
Om te beginnen bij de landskampioen zelf, waar bestuurslid Roel Vaeyens aan Het Nieuwsblad uitlegt hoe Blauw-Zwart vooral zélf heel wat moet investeren. Zo is er niet alleen de omkadering van de U23, die over een eigen technische staf zullen beschikken, maar ook een heleboel andere uitgaven. Denk dan maar aan de uitgebreidere coronatests en de diverse kosten die gepaard gaan met het organiseren van een wedstrijd, waaronder de huur van Daknam. De Brugse beloften zullen hun thuisduels immers afwerken in Lokeren, dat uiteraard niet zomaar gratis haar stadion ter beschikking stelt. De prijs is niet bekend, maar om in Roeselare te voetballen had Club alvast 200 duizend euro veil.
Daartegenover staan overigens géén extra televisie-gelden. Hoewel de gemiddelde 1B-ploeg circa een half miljoen per jaar mag rekenen voor de tv-uitzendingen van hun wedstrijden, krijgt Blauw-Zwart hier dus geen extra appeltje voor de dorst. Dit om de concurrentie, sowieso al niet helemaal tevreden, niet verder tegen de borst te stoten. Tot slot zijn er dan natuurlijk ook nog de andere clubs in 1B, die vrezen voor hun inkomsten indien de Brugse U23 nauwelijks fans met zich meebrengen op verplaatsing. Wat dat betreft engageert Club zich dan ook om Club NXT "te doen leven" en maakt het zich weinig zorgen dat de aanhang zal komen kijken. Van zodra dat weer toegelaten is, welteverstaan.