Arne Decraene
Nu alle obstakels eindelijk helemaal uit de weg zijn, is de laatste rechte lijn richting de competitiestart definitief ingezet. Hoewel het huiswerk van heel wat clubs nog lang niet klaar is, en we voor de sluiting van de mercato begin oktober dus nog een pak transferactiviteit mogen verwachten, wagen we ons daarom voorzichtig aan enkele voorspellingen. Met vandaag de vraag: wie kroont zich tot kampioen?
LEES OOK: wie verovert de Gouden Stier?
LEES OOK: wie wint de Gouden Schoen?
LEES OOK: wie dreigt te degraderen?
LEES OOK: wie speelt PO I & II?
In het vorige deel van onze reeks namen we de potentiële deelnemers aan PO I onder de loep, die voor de gelegenheid met slechts vier in plaats van zes teams wordt betwist. Uiteindelijk viel onze keuze zo op Club Brugge, AA Gent, Antwerp en KRC Genk als de vier gelukkigen die zich kwalificeren voor de titelronde. Vermits zij volgens ons na de reguliere campagne dus onderling zullen uitmaken wie zich landskampioen van België mag noemen, beperken we ons hier alleen tot deze ploegen. Voor elk van hen nemen we daarbij eerst afzonderlijk een kijkje naar de slaagkansen om aan het einde van de rit bovenaan te pronken, daarna pas hakken we de knoop door.
CLUB BRUGGE
Voorlopig blijft het oorverdovend stil in Jan Breydel, waar nog geen nieuwe gezichten te bespeuren zijn. De verwachting is wel dat daar nog verandering in komt, zeker na de bekerblamage die iedereen weer met de voeten op de grond zette. Toch maken Vincent Mannaert en co, die al bezig waren met een paar lastige dossiers, zich nog geen zorgen. Het geraamte van het elftal dat zopas nog met een straatlengte voorsprong kampioen werd, staat tenslotte nog altijd als een huis. Weinig reden tot paniek dus, al lijkt een injectie aan vers bloed om de kern scherp te houden wel hoe dan ook welkom. Zélfs zonder eventuele vertrekkers.
Waarom Club kampioen wordt: Vorig jaar bestond ons enige voorbehoud tegen een Blauw-Zwarte titel uit de switch van Ivan Leko zijn tactiek naar die van Philippe Clement, én de keeperskwestie die toen nog niet van de baan was. Simon Mignolet stelde op dat laatste vlak evenwel paal aan perk, terwijl Clement gewoon bouwde op de fundamenten van zijn voorganger. Ondanks de inspanningen van de concurrentie lijkt vooral verzadiging dan ook vijand nummer één in Brugge, want met alle sterkhouders nog op post boette Club vooralsnog niks aan kwaliteit in. Zelfs als de focus een beetje verslapt, is er met de recente dominantie van dezelfde selectie indachtig alvast genoeg marge over om dan alsnog aan het langste eind te trekken.
Waarom Club geen kampioen wordt: Toch maken heel wat fans zich vast al ongerust na de fletse vertoning in de bekerfinale, met tevens de afwachtende houding op de mercato die hier en daar argwaan oproept. In januari bleek met Michael Krmencik namelijk dat plan B soms niet voldoet, dus wat als Club nu opnieuw naast de voornaamste targets grijpt? Sowieso is het geen sinecure om Emmanuel Dennis en wie weet Krépin Diatta te vervangen, een wissel van de wacht die pakweg in Genk vorige zomer moeizaam verliep. Tel daarbij de mogelijke gemakzucht van enkele steunpilaren en het aanslepend spitsenprobleem, en het is nog maar de vraag of Club als eerste kampioen sinds Anderlecht in 2014 zichzelf op kan volgen.
AA GENT
Een jaar geleden bestempelden we AA Gent louter als outsider, maar uiteindelijk ontpopten de Buffalo's zich nog tot de grootste uitdager van Club Brugge. Alhoewel: zelfs de vicekampioen moest toch 15 punten prijsgeven op de autoritaire nummer één. Om die kloof te dichten, gingen ze in de Ghelamco Arena daarom al naarstig aan de slag. Behalve de definitieve terugkeer van Sven Kums werden immers al maar liefst zeven aanwinsten in huis gehaald, terwijl aan uitgaande zijde nog niemand van de potentiële titularissen vertrok. Voorlopig tenminste, want Jonathan David aan boord houden lijkt stilaan helaas een onmogelijke missie.
Waarom AA Gent kampioen wordt: Mocht het Canadese goudhaantje werkelijk verzilverd worden, krijgt Michel Louwagie wel weer een hoop extra centen in de kas om de kern verder te stofferen. Nochtans is zijn huiswerk in principe al zo goed als af, want Jess Thorup beschikt op zowat elke positie over twee volwaardige opties. Die uitgebalanceerde selectie moet de Gentenaren in staat stellen om dit keer op drie fronten actief te blijven zónder met de punten te morsen, waarbij er vooral buitenshuis en op verdedigend vlak veel ruimte voor verbetering is. Indien de Buffalo's, die ook zonder David over een pak kwaliteit en jokers beschikken, slagen in die opdracht wordt het gat alleszins al meteen voor een aanzienlijk deel overbrugd.
Waarom AA Gent geen kampioen wordt: De grote vraag is echter in welke mate het basiselftal van Thorup effectief opgewaardeerd werd. Met uitzondering van linksback Nurio is namelijk geen enkele nieuwkomer zeker van zijn plek, zelfs niet de vrij dure Duitsers Niklas Dorsch en Tim Kleindienst – die op het middenveld en voorin flink wat concurrentie genieten. Of de bijdrage van de vier overige en goedkopere inkomende transfers verder zal reiken dan een Belgisch paspoort op de bank, valt eveneens nog af te wachten. En dan is er, alle miljoenen ten spijt, uiteraard nog het wenkende afscheid van David. AA Gent ziet dan in één klap 18 goals en acht assists de deur uitwandelen, een verlies aan productie dat niet zomaar wordt opgevangen.
ANTWERP
In de Ghelamco Arena maken ze in vergelijking met vorig jaar dus de sprong van randfavoriet naar rasechte titelpretendent, net zoals de man naar wiens bedrijf het Gentse stadion is vernoemd. Nu hij met de beker zijn eerste trofee beet heeft, is Antwerp-voorzitter Paul Gheysens namelijk vast hongerig naar meer. De titel is nu het doel, waarvoor de Great Old al twee prima doelmannen én versterking op het middenveld in de vorm van Birger Verstraete en Frank Boya aantrok. Luciano D'Onofrio is evenwel nog lang niet klaar, want ook in zowat alle andere linies zijn er nog verse krachten op komst. Allicht zelfs van een stevig kaliber.
Waarom Antwerp kampioen wordt: De voorbije jaren bracht Laszlo Bölöni het stamnummer één gestaag weer naar de top, nu is het aan Leko om de puntjes op de i te zetten. Op de flanken beschikt hij met Aurélio Buta en Simen Jukleröd alvast over twee ideale wingbacks voor zijn systeem, in de punt tekent met Gouden Stier Dieumerci Mbokani dan weer wellicht de beste spits in ons land nog altijd present. Hetzelfde geldt voor X-factor Didier Lamkel Zé, die nu wie weet wél in het gareel blijft lopen. De prestatie van het trio achterin in Brussel was bovendien hoopgevend, net zoals die van de hele ploeg. En dan waren de nieuwkomers, zowel zij die reeds aanwezig zijn op de Bosuil áls de toekomstige aanwinsten, er dan nog niet eens bij.
Waarom Antwerp geen kampioen wordt: Tenzij in Brugge plots alsnog de storm losbarst, heeft Antwerp van alle titelkandidaten nog het meeste werk voor de boeg. Hoewel we vertrouwen op het netwerk van D'Onofrio, bleek met Steven Defour en Kevin Mirallas vorig seizoen echter andermaal dat voltreffers nooit gegarandeerd zijn. Ondanks het huidige enthousiasme rond de bekerhelden is er vooral op defensief vlak nochtans nood aan een kwaliteitsinjectie, terwijl de spoeling op de flanken en voorin uiterst dun blijft. Net zoals Bölöni blijft Leko, die na zijn geslaagd debuut dat succes nu ook nog moet bevestigen, zo enorm afhankelijk van Mbokani. Én de flitsen van Lamkel Zé, tegelijkertijd zowel de belangrijkste troef áls beperking op de Bosuil.
KRC GENK
Van plaats één naar zeven: stellen dat de afgelopen campagne een teleurstelling was in de Luminus Arena, mag gerust een understatement worden genoemd. Genk greep dan ook reeds vroeg in door Felice Mazzu in te ruilen voor Hannes Wolf, die in januari tevens al een aantal nieuwe spelers mocht verwelkomen. De voorbije weken kregen zij het gezelschap van Eredivisie-topschutter Cyriel Dessers en beloftevolle backs Gerardo Arteaga en Daniel Muñoz, terwijl aan uitgaande zijde nog geen noemenswaardige vertrekkers te noteren vielen. Ondanks de vele middenvelders in de lappenmand, lijken de Limburgers zo dus klaar voor de start.
Waarom Genk kampioen wordt: De bovenvermelde clubs zijn er volgens ons quasi zeker bij in PO I, maar Genk kreeg slechts nipt de voorkeur op Anderlecht, Standard en Charleroi. Toch mogen de Limburgers gerust dromen van het allerhoogste, want de jaargang voor de titel van 2019 sloten ze ook pas af als vijfde in de stand. Toen haalde Genk wel voornamelijk het maximale uit enkele jongens die al een tijdje aanwezig waren, een rol die nu onder andere Junya Ito en Théo Bongonda op zich kunnen nemen. Daarnaast lijkt de defensie alvast fiks opgewaardeerd, zeker als aanvoerder Sébastien Dewaest zijn oude niveau terugvindt, en zijn er ook op het middenveld sinds de winter weer voldoende opties voorhanden. Tenminste, indien ze allen fit geraken.
Waarom Genk geen kampioen wordt: Voorin heeft Wolf met Dessers en Paul Onuachu eveneens heel wat vuurkracht ter beschikking, dus in principe kan Genk een uitgebalanceerd elftal tussen de lijnen brengen – met tevens nog een paar jonkies in de wachtkamer. Of de nieuwe backs meteen kunnen bekoren valt evenwel af te wachten, terwijl ook de verhoopte stabiliteit achterin en de invulling van het middenveld een vraagteken blijft. Los van de vele blessures kunnen de nieuwe gezichten daar op het eerste zicht immers niet tippen aan Sander Berge, Ruslan Malinovskyi en Alejandro Pozuelo. Vooral een creatieve draaischijf, eventueel zelfs vanaf de flank, mankeert dus nog. Net zoals een of meerdere leidersfiguren om de ploeg bij de hand te nemen.
DE VOORSPELLING VAN VN
Als we van één ding mogen uitgaan, is het dat de titelrace komend seizoen spannender zal zijn. Niet alleen verzamelde Club Brugge in de voorbije editie een bijzonder hoog aantal punten, een prestatie die moeilijk te evenaren wordt, de concurrentie lijkt beter gewapend om zélf minder te laten liggen. Dat zal nodig zijn ook, want in het aangepaste format wordt het een pak lastiger om een scheve situatie recht te trekken in PO I. Zelfs na de halvering van de punten blijven er tenslotte amper zes duels over om de achtervolging in te zetten. Indien de achterstand op dat moment even groot blijkt als in de afgelopen campagne, is de strijd nog meer dan dat nu al het geval was dus reeds beslecht. Met op de koop toe 34 in plaats van 30 speeldagen voor de play-offs, is punten sprokkelen tegen de kleintjes dan ook de boodschap.
Een constante die we Genk minder voor de dag zien leggen dan de rest, terwijl de Limburgers met een drie op 18 vorig jaar ook veruit het slechtst scoorden tegen de overige drie kandidaten. Antwerp en AA Gent, die allicht dus minder steken laten vallen in het regulier seizoen, legden met elk acht en negen punten dan al iets betere cijfers voor. De primus van de klas blijft met 11 op 18 echter toch Club Brugge, dat bovendien ook favoriet is om terug als koploper de eindronde in te gaan. Per slot van rekening zien we Blauw-Zwart minder morsen dan de uitdagers, die veel wisselvalliger voor de dag komen en meer moeite hebben om zélf het spel te maken. Hopelijk liggen de kaarten dit keer dichter bij elkaar, maar onze voorspelling is daarom toch dat Club Brugge voor het eerst sinds 1978 zichzelf opvolgt als kampioen.
LEES OOK: Enorme schok in Club-Gent? Markante voorspelling Boskamp
