Geen 18 clubs in 1A volgend seizoen. Dat is de conclusie van de nieuwste Algemene Vergadering van de Pro League, die zo het eerdere besluit van een tweetal maanden geleden nog eens bevestigt. Daarmee worden echter niet alleen de plannen van Waasland-Beveren, OH Leuven, Beerschot, Club en Cercle Brugge, maar ook die van de Belgische voetballiefhebber in het algemeen doorprikt.
De antwoorden op een recente poll op onze website, waarin meer dan 4.000 lezers hun mening lieten gelden, laten immers weinig aan de verbeelding over. Maar liefst 47 procent van de stemmen ging uit naar een eerste klasse met 18 ploegen zónder play-offs, nog eens 20 procent voelde wel wat voor de last-minute suggestie van Cercle – dat als zoethoudertje voor de topclubs nog een mini-eindronde wou laten plaatsvinden in een competitie met 18. Slechts een luttele vijf (!) procent kon zich dan weer vinden in het voorstel dat dinsdag bekrachtigd werd: 16 teams én een verkorte versie van de play-offs.
Het volk heeft dus gesproken, maar wanneer de oren van de beleidsmakers gesloten blijven heeft dat helaas weinig zin. De Pro League doorstond de afgelopen jaren meerdere crisissen – denk maar aan Operatie Handen, waarvan de nasleep ook bij de politiek nog altijd nazindert – maar sloeg (bijna) nog nooit zo een mal figuur als tijdens de hele heisa rond de coronacrisis. Lobbywerk, belangenvermenging, egoïsme en winstbejag stonden daarbij al van meet af aan, dus ook in de beslissing om als een van de eersten gretig een definitieve streep onder het seizoen te trekken, centraal. Dat we terwijl constant met holle termen als solidariteit en gezond verstand om de oren werden geslagen, geeft het hele gebeuren alleen maar een nog wrangere nasmaak.
Club Brugge, dat onder die loze voorwaarden met de rug tegen de muur werd gezet om haar landstitel met twee miljoen – toch een nieuwe speler, of een jaarsalaris voor een sterkhouder – af te kopen, heeft er haar buik alleszins van vol. Vincent Mannaert kan zijn tijd beter vullen dan met eindeloze en vooral zinloze debatten met zijn concullega's, zo denken ze vast in Jan Breydel, waar voortaan dus vrijwillig wordt gepast voor een zitje in de Raad van Bestuur. Van een eenduidige visie is daar per slot van rekening al lang geen sprake meer, zo getuigt ook de beslissing om vanaf nu ineens twéé promovendi toe te laten vanuit 1B. Op die manier stijgt straks dus wel één vierde van het totale deelnemersveld, misschien toch net iets te veel van het goede.
Niet dat twee potentiële zakkers op het hoogste niveau verkeerd is, verre van, maar waarom dan vasthouden aan een gefaald concept als 1B? Dat die verandering plots vanuit het niks uit de lucht komt vallen, is trouwens andermaal tekenend voor de wijze waarop de Pro League wordt bestuurd: vanuit de waan van de dag, met meer aandacht voor interne druk dan voor het algemeen belang op lange termijn. Zie wat dat betreft ook voorzitter Peter Croonen zijn eerdere voorstel om speeldag 30 alsnog af te werken, waarmee hij wel handig de klacht van Waasland-Beveren doorprikte – en zo zijn slag thuis hield bij de BMA. Op de Freethiel berust de hoop om de degradatie te vermijden nu dus enkel nog op een waterkansje bij het BAS.
Juridisch zijn de middelen dan uitgeput, met als gevolg dat de Pro League haar oogkleppen nu rustig alweer opzette en de ingeslagen weg zonder verdere introspectie bleef bewandelen. Alleen wanneer geconfronteerd – of gechanteerd, hoe u het ook wil noemen – met zulk een gerechtelijke dwang, is er namelijk blijkbaar plots weer ruimte voor discussie omtrent eventuele alternatieven voor het huidige format. Het ruikt allemaal stevig naar achterkamerpolitiek, waarin de neuzen zelden oprecht in dezelfde richting worden gezet en een voorstel als dat van Cercle even snel aan steun kan winnen áls inboeten. Wat de doorsnee fan daar allemaal van vindt, wordt net zoals bij de invoering van de nieuwe speelmomenten op de kalender zonder handomdraai op kant geschoven. De stem van de supporter, om wie het zogezegd nochtans allemaal draait, telt tenslotte al lang niet meer mee.