Het nekschot werd voorlopig nog altijd niet toegediend, maar na de domper bij de BMA van vorige week staat Waasland-Beveren wel weer een stap dichter bij 1B. Hoewel op de Freethiel alle hoop nu op het BAS wordt gericht om de degradatie te ontlopen, zal zo ook aan het competitieformat voor komend seizoen dat op de Algemene Vergadering van 15 mei werd vastgelegd allicht nog weinig veranderen. Vermits echter nooit uit te sluiten valt dat dinsdag op de volgende bijeenkomst van de Pro League een zoveelste verrassing uit de bus komt, nemen wij graag toch nog eens enkele andere opties onder de loep.
Daarbij richten we onze aandacht voornamelijk op de situatie bovenin het klassement, net zoals de profclubs zelf dat een aantal weken geleden blijkbaar overwegend deden. Wat er in de formule die toen het pleit won voor de acht laagst geklasseerde elftallen na de reguliere competitie nog op het spel staat, is per slot van rekening niet helemaal duidelijk. Desalniettemin brengen we de huidige opzet hieronder uiteraard aan bod, gevolgd door vier potentiële alternatieven – én een mogelijk permanente opwaardering voor het gedrocht van play-off II. Laat ons onderin de poll vooral weten welke optie uw voorkeur wegdraagt.
OPTIE 1: 16 CLUBS, MINI-PO'S
Beginnen doen we dus met het format dat momenteel op de planning staat voor wanneer de Jupiler Pro League zich binnen een maand weer op gang trekt. Centraal daarin staat het behoud van 16 teams op het hoogste niveau én de play-offs, zij het in een licht aangepaste versie. In plaats van de vertrouwde zes zullen dit keer immers slechts vier ploegen strijden om de titel, terwijl de volgende vier in de stand nog aanspraak maken op een Europees ticket. Het doel is vooral om de bomvolle kalender te reduceren van 40 naar 36 speeldagen, een programma dat gezien de omstandigheden beter geschikt is. Voor het overige verandert er bovenin weinig, behalve dan dat in een eindronde met amper zes matchen veel minder kan gebeuren. Zélfs na de puntenhalvering, zeker bij een voorsprong zoals die van Club Brugge in het afgelopen seizoen.
OPTIE 2: 18 CLUBS, MINI-PO'S
Los daarvan kant Blauw-Zwart zich al sinds jaar en dag tegen die kunstingreep, die op artificiële wijze voor spanning in de PO's moet zorgen. In een campagne als de vorige best te begrijpen, al is het toch aan de clubs zélf om in elkaars spoor te blijven. Een mening die stadsgenoot Cercle nu blijkbaar ook is toegedaan, want in haar nieuwste voorstel roept de Vereniging op om die regel af te schaffen. Voor de rest komen de plannen overeen met de bovenstaande formule, zij het dan met 18 in plaats van 16 eersteklassers – een salomonsoordeel om de groten tevreden te houden én zowel Waasland-Beveren, Beerschot als OH Leuven toe te laten tot 1A. Het speelschema zou dan wel weer worden uitgebreid tot 40 wedstrijden, de grootste dooddoener voor dit verder prima idee. Tenslotte werd de normale opzet precies om die reden gewijzigd.
OPTIE 3: 18 CLUBS, GEEN PO'S
Een reductie van het aantal ploegen in eerste klasse naar 12 of 14 stuks valt onmogelijk te verkopen, maar de kans dat de drie bovenstaande clubs straks elk op het hoogste niveau aantreden bestaat wél nog steeds. Al kreeg die hoop zopas dus wel opnieuw een flinke knauw. Toch zien tegenstanders van de play-offs vast nog steeds hun weg vrij om terug te keren naar het traditionele format met 18, zónder eindronde. In dat geval komen we alleszins uit op slechts 34 speeldagen, zij het zonder zoethoudertje voor de topteams die gebrand zijn op PO I. Bovendien moeten we dan ook weer op zoek naar twee nieuwe kandidaten voor 1B, waar het sowieso al behelpen is. Een soortgelijke suggestie met z'n 16 zonder play-offs lijkt overigens geen optie, want dan vallen er al meteen 10 duels weg op de kalender. Financieel een té groot verlies om slikken.
OPTIE 4: 16 CLUBS, GEEN PO'S, BENE-BEKER
Tenzij er iets voor in de plaats komt natuurlijk. Ondanks de toenemende geruchten lijkt een BeNe-Liga nog niet voor morgen, maar in tijden van crisis is het vanuit een commercieel oogpunt misschien wel verstandig om de handen al eens voorzichtig in elkaar te slaan. Wij denken dan aan een BeNe-beker, waaraan alle 34 clubs van de JPL en Eredivisie kunnen deelnemen – al moeten eerst wel twee afvallers worden bepaald, bijvoorbeeld door de twee laagst gerangschikte teams/promovendi uit elk land een kwalificatieronde te laten afleggen. Op die manier krijgen we een toernooi met 32 ploegen en dus vijf fases, wat maximaal vijf extra speelmomenten bovenop de 30 matchen in de competitie – en de Croky Cup – betekent. Ook met 18 clubs in 1A is zulk een opzet in theorie dus mogelijk. En wie weet wel aanlokkelijk genoeg om de PO's op te geven.
OPTIE 5: 16 CLUBS, KNOCK-OUTS
Tot slot halen we inspiratie uit de VS, waar de MLS net zoals alle andere grote sporten een knock-outsysteem hanteert. Mits wat lichte aanpassingen kunnen we dat format ook op de Belgische competitie projecteren. Na het regulier seizoen neemt de koploper het dan op tegen de achtste in de stand, de nummer twee tegen het nummer zeven, drie tegen zes en vier tegen vijf. In de eerste fase zou dat dit jaar dus een dubbele confrontatie tussen Club Brugge en Anderlecht opleveren, want wij pleiten dan wel voor een heen –en terugmatch in elk van de drie rondes – inclusief finale. In totaal komen we dan uit op maximaal zes PO-duels, wat vooral met 16 maar in theorie zelfs met 18 teams doenbaar is. Al lijkt het onwaarschijnlijk dat we ooit op die manier een kampioen aanduiden, in de eerste plaats omdat de punten die doorheen het jaar werden vergaard dan pas écht overboord worden gegooid. Wel kan het een leuk idee zijn om PO II, waar ze in de huidige draak van een formule met twee poules toch weer van nul beginnen, op te fleuren.