Het was een van dé meest prangende kwesties tijdens de debatten over de competitieformule voor het komende seizoen: het behoud van de play-offs. Ook dit jaar maken we ons dus weer op voor een heuse race richting PO I, waar de plaatsen echter alsmaar duurder worden. Zeker nu er in de aangepaste formule van de volgende jaargang niet zes, maar slechts vier zitjes te verdelen zijn. Én het erop lijkt dat KV Mechelen opnieuw een gooi wil doen naar het hoogste podium.
Het was een drukke dag dinsdag Achter de Kazerne. Daags nadat Jordi Vanlerberghe alsnog definitief werd overgenomen van Club Brugge, kondigde Malinwa met huurling Rocky Bushiri en doelman Gaëtan Coucke nóg twee versterkingen aan. Eerder werden ook al de contracten van Rob Schoofs, William Togui, Thibault Peyre, Igor de Camargo én Gustav Engvall opengebroken, een zeldzaamheid in het post-coronatijdperk waarin alleen AA Gent en Antwerp zich vooralsnog daadkrachtiger tonen. En dat allemaal terwijl de kassa van de Mechelaars niet bepaald overstroomt, hoewel de massale abonnementenverkoop ongetwijfeld wel een fikse boost gaf. Het spreekt boekdelen over de ambities in het AFAS-stadion, waar ze vorig jaar als promovendus zowaar voor het eerst op de deur klopten van PO I.
MOED IN MECHELEN
Of de finale opdracht op bezoek bij KRC Genk tot een einde zou worden gebracht, zullen we helaas nooit weten, maar virtueel eindigde KV Mechelen alvast voor het eerst sinds 1993 in de top zes op het hoogste niveau. Een serieuze verrassing amper twee jaar na de degradatie, al kwamen de Kakkers in het PO-tijdperk eerder wel reeds een paar keer akelig dichtbij. Drie keer strandde Malinwa evenwel op de zevende plaats, het voetbalequivalent van een wielrenner die als nummer vier juist naast het podium valt. Telkens net niet dus, waaronder eenmaal zelfs nog in het laatste seizoen vóór de tijdelijke terugkeer naar tweede klasse.
Laat het een waarschuwing vormen voor Wouter Vrancken en co dat de val soms hard kan zijn, al focussen de Maneblussers zich vast liever op de hoop om nu voor het eerst ook écht te proeven van de eindronde. Qua kwaliteit werd tot dusver alleszins weinig ingeboet. De impact van huurling Dante Vanzeir was sowieso al beperkt, terwijl voor Arjan Swinkels en Bram Castro zelfs reeds een upgrade gevonden werd. Alexander Corryn had zijn plaats op rechts dan weer al langer afgestaan aan Issa Kaboré, die samen met dat andere toptalent Aster Vranckx voorlopig gewoon op post lijkt te blijven. Al blijft het daar toch bang afwachten.
DRUMMEN OM PO I
Als de Mechelaars de eventuele verleiding der miljoenen weerstaan, komt een nieuwe poging richting PO I wel weer een stap dichterbij. Op het middenveld beschikt Vrancken met verder nog Joachim Van Damme en Rob Schoofs op dit moment immers over een stevige mix, waarin Steven Defour wellicht zelfs niet nodig is. Achterin is alleen op links misschien nog een alternatief voor Lucas Bijker welkom, in het offensieve compartiment zou een rechterwinger van hetzelfde niveau als Nikola Storm aan de overkant dan weer niet misstaan. Ook een spelmaker om de concurrentie met Onur Kaya en co aan te gaan, mag er gerust nog bij.
Niet dat we Malinwa daarmee al durven opschrijven voor PO I, iets waar we ons alleen met Club Brugge, AA Gent en Antwerp aan wagen. Voor het laatste plekje wordt het echter drummen. Zo lijkt het haast ondenkbaar dat zowel Anderlecht als Genk, waar ze elk met hun eigen budget voorzichtig werk maken van versterking, allebei opnieuw een gelijkaardige rampcampagne afwerken. Wat we van Standard mogen verwachten blijft dan weer een mysterie, maar Charleroi ziet dankzij Victor Osimhen alvast een pak extra middelen binnenstromen. Voor de ambitieuze Mehdi Bayat is de piek er bovendien nog verre van bereikt.
GOOI NAAR G7
Zonder het dan zelfs nog te hebben over Zulte Waregem en de rest van het pak, spreken we dus over vijf kandidaten voor één zitje. Los van KV Mechelen is het dan ook zelfs nog maar de vraag of we het eigenlijk nog wel mogen hebben over de G5, die de laatste jaren uitgebreid werd met Antwerp en Charleroi. Al blijft het natuurlijk altijd opletten in welke mate die ploegen hun nieuw verworden status aan de top in stand kunnen houden. Per slot van rekening leken in het verleden ook andere clubs – denk maar aan Essevee of KV Oostende – de weg naar boven definitief te hebben ingezet. Toch lijkt een G7 op dit moment actueler.
Ambitie alom dus, een trend die we absoluut toejuichen. Al betekent het wel dat zelfs in een normale jaargang minstens één van de verwachte topclubs onvermijdelijk de boot mist. Dankzij de achtste plaats van Anderlecht is Club Brugge nu overigens de enige die dat in het PO-tijdperk nog nooit overkwam, dus je weet maar nooit wie straks met lege handen achterblijft. Misschien wordt het zelfs een van de teams die we nu nog als een zekerheid beschouwen, want tenslotte had vorig seizoen ook zowat niemand het verval van landskampioen Genk – en in mindere mate Anderlecht, dat het jaar voordien ook reeds pas als zesde afsloot – kunnen voorspellen.
VAN ZORGEN NAAR AMBITIES
Of er hier zelfs mits een opwaardering van de huidige kern wel een doorkomen aan is voor Malinwa, valt dus te betwijfelen. Hoewel de Mechelse helden een paar maanden terug nog goed op weg waren om het huzarenstukje te flikken, slijpt de concurrentie namelijk volop de messen voor een fellere strijd dan ooit tevoren. Laat het feit dat we Standard, Genk, Anderlecht en Charleroi, en dus niet Eupen, KV Oostende of Cercle Brugge, die status toedichten op zich evenwel al de grootste overwinning vormen. Indien dat zich straks vertaalt in desnoods nog maar een zorgeloze campagne in de middenmoot, zullen ze Achter de Kazerne uiteindelijk al lang weer tevreden zijn.
Dan liggen de kaarten voor die overige ploegen met ambitie wel wat anders, want daar is het seizoen zonder ticket voor de eindronde hoe dan ook mislukt. Wie straks wél mee mag doen om de knikkers, is dan ook een ander paar mouwen. Op dit moment lijkt Standard, dat al drie keer eerder PO II aan haar been had, de zwakste schakel en een gedoodverfde kanshebber om af te vallen. Al is er van de gevreesde uittocht bij de Rouches voorlopig nog geen sprake, en gaan we dan wel heel erg uit van de wederopstanding in Genk en Anderlecht. In een normale jaargang zouden er dus al vraagtekens genoeg zijn voor wanneer de Jupiler Pro League zich binnen een dikke maand, exact vijf maanden nadat de bal voor het laatst aan het rol ging, weer op gang trekt. Nu maken we ons dus des te meer op voor een onvoorspelbare, maar vooral razend spannende race. Met, hoe je het ook draait of draait, sowieso meer verliezers dan winnaars. May the best man win.