Ze zal in Genk voor altijd gekoesterd worden, maar het kampioenenelftal van twee jaar geleden is niet meer. Na de inspanningen van vorige zomer én winter om de vele vertrekkers op te vangen, is Dimitri de Condé nu dan ook wederom druk in de weer om de kern opnieuw te wapenen. Zo haalde de sportief directeur al rechtsachter Daniel Muñoz binnen, werden huurlingen Eboue Kouassi en Junya Ito definitief vastgelegd en is er ook met goalgetter Cyriel Dessers eindelijk een akkoord in de maak. Hoewel het huiswerk in de Luminus Arena daarmee wellicht nog niet helemaal af is, kunnen we ons dus stilaan de volgende vraag stellen: hoe zet Hannes Wolf straks zijn troepen neer?
De Duitser nam eind november de teugels over van Felice Mazzu en heeft zo al 17 wedstrijden als coach van de Limburgers achter de kiezen. Daarin opteerde Wolf nagenoeg steevast voor een 4-2-3-1 formatie, vergelijkbaar met de 4-1-4-1 opstelling die hij voordien doorgaans bij Hamburg hanteerde. Tijdens zijn passage in Stuttgart opteerde de tactisch flexibele trainer dan weer voor een soort van 3-4-2-1 systeem, dus van een bepaalde voorkeursstrategie kunnen we moeilijk spreken. Door de winterse veranderingen in zijn kern en ingekorte competitie kon hij zijn hand bovendien nog niet volledig doen gelden, wat na de zomermercato wél het geval moet zijn. Aangezien Wolf daarbij de nodige inspraak heeft, geven de transacties van Genk op de transfermarkt ons misschien dus wel een hint van wat te komen staat.
DOELMAN
Onder de lat is de situatie alvast duidelijk. Ondanks zijn puike prestaties na nieuwjaar werd Thomas Didillon terug naar Anderlecht gestuurd, terwijl Gaëtan Coucke mag beschikken. Genk zet zo vol in op het herstel van Danny Vukovic én de ontwikkeling van toptalent Maarten Vandevoordt, die maar liefst 17 jaar jonger is dan zijn voornaamste concurrent. Wie het pleit zal winnen valt lastig te voorspellen, al lijkt het er toch op dat de ervaren Australiër aanvankelijk zijn plaats tussen de palen weer zal innemen. Lang zal het dan echter niet duren vooraleer Vandevoordt, toch de gedoodverfde nieuwe nummer één, hem het vuur aan de schenen legt. Zonder ongelukken is er van een keeperskwestie hoe dan ook geen sprake meer.
VERDEDIGING
Achterin blijft het vertrouwde viertal van Joakim Maehle, Sébastien Dewaest, Jhon Lucumi en Jere Uronen voorlopig overeind, waarbij met de komst van Muñoz dus wel al geanticipeerd werd op een afscheid van die eerste. Zo niet gaat de Colombiaan de strijd aan met de gegeerde rechtsback, net zoals zijn landgenoot Carlos Cuesta in het centrum Dewaest op de hielen moet zitten. Diens vaste partner Lucumi mag ondanks de toenemende interesse dan weer absoluut niet vertrekken, al valt nooit uit te sluiten dat Genk bij een hoger bod alsnog overstag gaat. Een nieuwe linkspoot die in het hart van de verdediging uit de voeten kan, wordt in dat geval wel een prioriteit. Op dit moment is Lucumi tenslotte al de enige die in dat plaatje past.
Een gegeven dat zelfs nóg belangrijker wordt mocht Wolf een defensie met drie voor ogen hebben. Indien Cuesta dan Dewaest aftroeft krijgen we wie weet zelfs een Colombiaans trio, want Muñoz trekt zich naar verluidt ook centraal achterin uit de slag. Hoewel we de nieuwkomer uiteraard lastig kunnen beoordelen, lijkt hij dus eventueel geschikt om een soortgelijke rol te vervullen als Clinton Mata bij Club Brugge. In een klassiekere achterhoede met vier mag er aan de overkant tot slot misschien nog wel een alternatief voor de blessuregevoelige Uronen bij. Neto Borges weegt namelijk toch te licht, terwijl ook Casper De Norre tot dusver niet echt kon overtuigen en allicht vooral een handige doublure voor de beide backposities vormt.
MIDDENVELD
Een driemansverdediging zou dan weer betekenen dat de flanken enkel bezet zijn, met op rechts Maehle of Muñoz en op links Uronen als meest logische opties. Bij zijn vorige clubs koos Wolf in die formatie per slot van rekening steevast voor zulk een 'defensievere' profielen om het vele loopwerk langs de zijlijn te verrichten, iets waar we de huidige offensieve wingers in de selectie als Théo Bongonda, Junya Ito en zelfs Joseph Paintsil minder toe in staat achten. In het titeljaar onder Philippe Clement lieten Maehle en Uronen daarentegen reeds zien dat ze meer dan capabel zijn om voor aanvallende impulsen te zorgen, waarbij ze de facto vaak al als een soort eenzame fullbacks fungeerden. Wat dat betreft hoeft Wolf dus niks te vrezen.
Zeker niet als de balans op het middenveld goed zit. Ongeacht de manier waarop hij zijn pionnen neerzet, kiest de Duitser daar altijd voor minstens één echte breker. Kouassi mag dus sowieso op flink wat minuten rekenen, al komt ook Cuesta voor die rol in aanmerking. Aan zijn zijde moet dan een type als Bryan Heynen, Kristian Thorstvedt – allebei nog in de lappenmand – of Patrik Hrosovsky mee het evenwicht bewaren. Én, als het kan, tevens in het offensieve compartiment wat bijdragen. Alle drie kunnen ze trouwens eveneens een rij hoger als spelmaker worden uitgespeeld, waar Mats Moller Daehli wel de nieuwe nummer 10 moet worden. Die diverse varianten kregen we aan het eind van vorig seizoen overigens af en toe reeds te zien.
AANVAL
Toen was dat uiteraard nog in een 4-2-3-1 opstelling, al kan die as ook in een systeem met drie achterin ongewijzigd blijven. Wolf zou dan wel moeten teruggrijpen naar de 3-5-2 formatie die hij in Hamburg slechts sporadisch gebruikte, want bij Stuttgart had zijn spelwijze meer weg van die van de Rode Duivels. Zonder driehoek in het midden dus, maar met amper twee middenvelders – waarvoor in Genk keuze te overschot zou zijn – en daarvoor twee offensieve pionnen die naar de flank kunnen uitwijken. Een rol die op het lijf geschreven is van Ito en Bongonda, die vandaag als klassieke wingers veel meer tegen de zijlijn zitten geplakt. En waarin wie weet ook het beloofde toptalent Benjamin Nygren eindelijk kan uitblinken.
Hoe dan ook moeten zij wellicht de toevoer naar één enkel speerpunt verzorgen. Of we het koningskoppel Dessers-Paul Onuachu vaak aan het werk zullen zien, is dus nog maar de vraag – en slecht nieuws voor Stephen Odey, die dan verder zakt in de pikorde. Wolf kiest doorgaans immers slechts één spits, zo getuige het feit dat Onuachu en Ally Samatta onder zijn regie maar drie keer samen aan de aftrap stonden. Een van de gekende varianten op de traditionele 4-3-3, of een kleine aanpassing naar de 3-4-2-1 waar hij maar al te vertrouwd mee is, lijkt dan ook meer voor de hand liggend dan een ommezwaai naar een 3-5-2 waarin Onuachu en Dessers een tandem kunnen vormen – maar Ito en Bongonda uit de boot vallen. Materie genoeg voor Wolf om zijn tanden in te zetten dus.