Philippe Clement keerde vorige zomer door de grote poort terug bij
Club Brugge, maar dat ging uiteraard ook gepaard met hoge verwachtingen. Toch slaagde de 46-jarige Antwerpenaar erin om die zelfs nog te overtreffen, met successen in binnen –én buitenland. De nieuwe coach borduurde daarbij voort op het werk van zijn voorganger Ivan Leko, zij het met hier een daar een ander accent. Wij namen de evolutie van Blauw-Zwart sinds de trainerswissel onder de loep en kwamen tot enkele interessante conclusies.
MEER PUNTEN, MINDER GOALS
Leko stond twee jaar aan het roer in Jan Breydel, met één landstitel als resultaat. De Kroaat vergaarde (alle competities inbegrepen) in die tijd gemiddeld 1,8 punten per wedstrijd, een statistiek die Clement met 2,15 punten per duel ruimschoots overtreft. Nochtans vond zijn elftal minder vlot de weg naar de netten dan in de twee voorgaande seizoenen, met twee doelpunten per match in de Jupiler Pro League.
Toen Leko de plak zwaaide, werd wekelijks nog 2,08 (18-19) en 2,13 (17-18) keer gescoord. Een verschil dat vooral wordt verklaard door een gebrek aan efficiëntie. In de huidige campagne belandde slechts 35 procent van de doelpogingen binnen het kader, tegenover 40% en 41% in de twee jaren daarvoor. Het aantal kansen bleef nochtans nagenoeg ongewijzigd: 15,03 per duel onder Clement, 14,9 onder Leko.
LISTIGERE LEKO
Clement kan de ballen natuurlijk niet zelf tegen de netten trappen – of in zijn geval koppen – maar toch deelt de coach in de schuld. Onder zijn bewind blijken de aanvalsgolven namelijk van een net iets mindere kwaliteit dan de ideeën die uit de koker van Leko kwamen. Die zette telkens 32,5 aanvalslijnen uit, waarbij die offensieve patronen in 22% (17-18) en 32% (18-19) van de gevallen ook resulteerden in een doelkans.
Clement duwde dit seizoen harder door, met méér aanvallen – 37 om precies te zijn – per wedstrijd. Amper 19 procent daarvan eindigde echter met een poging op doel. Meer offensief geweld, maar aan een lagere efficiëntie dan onder Leko dus. Dat blijkt ook enigszins uit de passes naar de zogenaamde final third. Die namen eveneens toe in aantal, maar de accuraatheid werd daarbij niet mee omhoog geschroefd.
DE FACTOR MIGNOLET
Op offensief vlak werden onder Clement dus geen immense stappen verwezenlijkt. De positieve evolutie in het defensieve compartiment compenseert dat evenwel ruimschoots. Club slikte dit seizoen slechts 0,48 goals per match, een enorm verschil tegenover de 1,1 stuks onder Leko. Al moest die het onder de lat wel zien te rooien met Ethan Horvath, Vladimir Gabulov, Kenneth Vermeer, Guillaume Hubert en Ludovic Butelle. De rol van Simon Mignolet mag dus niet worden onderschat, maar toch is er meer aan de hand.
De Brugse defensie stond dit jaar wekelijks acht pogingen toe, twee minder dan onder Leko. De manier waarop Simon Deli moeiteloos Stefano Denswil deed vergeten speelde daar zeker een rol in, net zoals de iets lagere posities van Hans Vanaken en Ruud Vormer op het middenveld. Credits voor Clement dus, die achterin wel al snel terugschakelde naar een trio met Clinton Mata als meest rechtse pion. Een ontdekking van Leko, die tevens het geloof in Brandon Mechele herstelde – en hier zo toch nog flink zijn stempel drukt.
BRUGSE BLAUWDRUK
Hoewel hij absoluut zijn aandeel heeft in de verdedigende progressie op Jan Breydel, volgt Clement hier tot op zekere hoogte dus de blauwdruk van zijn voorganger. Net zoals in heel wat andere facetten van het Brugse spelbeeld. Zo steeg het balbezit onder de Kroaat al van 54 naar 56 procent, een trend die Clement doorzette naar 59%. Voor het eerst in vijf jaar tijd is Club zo trouwens de meest balvaste ploeg in België.
Logischerwijs wordt de bal tegenwoordig dan ook meer rondgespeeld dan in de twee vorige campagnes. 518 passes per wedstrijd op precies te zijn, 58 meer dan toen Leko de teugels in handen had. Opnieuw geldt echter dat de accuraatheid niet dezelfde evolutie doormaakte. De passing-efficiëntie bleef na het tijdperk Leko steken op 83 procent, waarmee Club vier
JPL-ploegen moet laten voorgaan in dat onderdeel.
CLEMENT PERFECTIONEERT ...
Club evolueerde dit seizoen naar een ware pressing-machine, die de tegenstander doorgaans amper 7,17 passes gunt alvorens het vijandig balbezit te doorbreken. Blauw-Zwart staat zo op een eenzame hoogte in onze competitie, maar wederom werd de basis door Leko gelegd. Die perkte het hogere aantal toegestane passes onder Michel Preud'homme (8,26) eerst in tot 7,97, en vervolgens zelfs 7,36 stuks per match.
Een tactische bijsturing die Clement nu dus benut én perfectioneert, waarbij hij handig gebruik blijf maken van dezelfde 3-5-2 formatie dat al even geïnstalleerd is op Jan Breydel. Met, uiteraard, hier en daar een ander accent. Zelfs diverse basispionnen bleven intact, want Club probeert haar sterkhouders tegenwoordig langer aan zich te binden. Vooral in de as, waar Ruud Vormer en Hans Vanaken nog altijd op post zijn.
... EN WINT
Opvallend genoeg bleven ook veel andere elementen nagenoeg onveranderd. Het aantal en percentage gewonnen duels, de balverliezen –en recuperaties en ga zo maar door: op heel wat vlakken bleven de pijlers van het Leko-regime overeind. Respect voor de Kroaat is dus op zijn plaats, al mag Clement toch één veelzeggende statistiek op zijn conto schrijven. Doorheen twee reguliere campagnes tikte Leko af op een fraai winstpercentage van 68 procent. Clement doet maar liefst twaalf procent beter door 80% van de punten binnen te halen. En laat dat nu net de essentie van het spelletje zijn.