Club Brugge raasde dit seizoen als een pletwals door de competitie, maar één euvel voorkwam een nóg grotere dominantie. Voorin bleek Blauw-Zwart maar al te vaak onmondig en werd haast wekelijks gemorst met de kansen door de vele spitsen. Toch is er nog hoop voor Emmanuel Dennis en co.
Volgens Club-icoon Jean-Pierre Papin is scoren namelijk niet per se een natuurlijke gave. "Als je elke dag werkt, perfectioneer je jezelf. Wat je moet onthouden, is dat je al dat werk doet om niet te moeten nadenken tijdens een match. Om je te doen geloven dat de doelpunten die je maakt op instinct tot stand komen. Maar niets is minder waar", aldus de Fransman in gesprek met Sport Voetbalmagazine. "De looplijnen die je maakt, de positionering van je lichaam op het moment dat het de bal raakt, dat is allesbehalve instinct, dat is het resultaat van werk. Uren werk. En dat raak je heel snel kwijt."
Dennis, David Okereke, Loïs Openda en de rest van de Brugse spitsen weten dus wat doen, al doet Papin wel één toegeving. "Ik had scoren in mijn bloed, dat denk ik echt. Maar aan elke gave moet je werken", besluit de intussen 56-jarige Fransman zijn betoog. In zijn ene seizoen op Jan Breydel midden jaren '80 was de man met de stalen rechter goed voor 32 goals, wat hem later de onderscheiding van Beste Buitenlander ooit opleverde. Nadien maakte hij nog het mooie weer bij onder meer Marseille, AC Milan, Bordeaux en de Franse nationale ploeg. In 1991 won Papin zelfs de Ballon d'Or.