We geven het toe: als voetbaljournalist leven we vaak in een soort van bubbel. Tenslotte hebben zaken uit de echte wereld – zoals bijvoorbeeld de moeizame regeringsvorming – doorgaans weinig invloed op onze natuurlijke habitat, die haast uitsluitend bestaat uit alles wat op en rond het veld gebeurt. Hoewel ook wij de ontwikkelingen rond het coronavirus de voorbije weken desondanks al aandachtig volgden, werden we donderdag dan ook hard met de neus op de feiten gedrukt. Géén voetbal in België tot minstens 3 april. Maar wat dan erna?
De laatste tijd kwam de epidemie steeds dichterbij. Van matchen zonder fans over een regen aan afgelaste duels, tot besmette spelers en zelfs volledige ploegen in quarantaine: dat de situatie niet langer houdbaar was, werd hoe langer hoe duidelijker. Na lang aarzelen was het ook in ons land tijd dus voor actie, zo waren de overheid en Pro League het erover eens. De bekerfinale werd meteen uitgesteld, voor de slotspeeldag en terugwedstrijd in de promotiefinale leken aanvankelijk lege tribunes nog te volstaan. Tot de regering ook daar een streep door trok. En het Belgische voetbal dus minstens drie weken stil besloot te leggen.
NOOD AAN SOLIDARITEIT
We geven burgemeesters Mohamed Ridouani (Leuven) en Marc van de Vijver (Beveren) geen ongelijk dat ze het organiseren van een belangrijke pot voetbal in hun respectievelijke gemeenten sowieso al wouden verbieden. Mocht ook de Genkse burgervader Wim Dries zich nog achter dat standpunt hebben geschaard, waren echter wel toevallig alle clubs die het meeste nadeel zouden ondervinden bij een match zonder publiek de revue gepasseerd. Zonder de zaken in deze onzekere tijden al té sceptisch te willen benaderen, want per slot van rekening is de huidige toestand voor iedereen onbekend terrein, toch opmerkelijk.
We halen het maar aan om te illustreren dat solidariteit in het Belgisch voetbal, waar vooral eigenbelang primeert, nog altijd niet echt op punt staat. Zo getuige ook het gekibbel tussen Beerschot en OH Leuven over wanneer hun uitgestelde return precies plaats moet vinden. Het doet ons nu al een beetje vrezen voor de bereidwilligheid van de diverse teams om straks mee te werken aan een constructieve oplossing, want de Jupiler Pro League dreigt hoe dan ook met een immens probleem te zitten. Vermits de kalender sowieso al overvol zit, is het namelijk nog maar de vraag of die nog wel volledig afgehaspeld kan worden.
Nu kunnen we wel speculeren over het moment waarop de crisis bezworen zal zijn, maar dat is eigenlijk een zinloze oefening. Niemand kan namelijk voorspellen wanneer het veilig zal worden geacht om het circus weer op gang te trekken, met of zonder supporters in de stadions. Hoewel we uiteraard nog altijd hopen op een scenario waarin de competities in binnen –en buitenland gewoon hervat kunnen worden, lijkt het dus lang niet uitgesloten dat men op zoek zal gaan naar manieren om de huidige jaargang zo snel mogelijk te beëindigen. Door de blik dan al op volgend seizoen te richten, wordt tenminste tijd gekocht.
DEGRADANT ZONDER DISCUSSIE
In de rest van Europa is dat evenwel simpeler gezegd dan gedaan. Mocht de volledige kalender niet worden afgewerkt, is het daar per slot van rekening niet evident om zomaar een kampioen te kronen – zelfs niet in Engeland, waar Liverpool mijlen voorsprong telt. Laat staan de degradanten, want zoals iedereen weet zijn de belangen onderin de stand zo mogelijk nog groter. Een probleem dat in de JPL daarentegen reeds opgelost is indien voor niet meer dan één wedstrijdmoment een gaatje wordt gevonden: de slotspeeldag van het regulier seizoen. Geen wonder dus dat de Pro League die per se zondag nog wou laten doorgaan.
Play-offs of geen play-offs: eens speelronde 30 achter de rug is, wordt het lot van Waasland-Beveren of KV Oostende hoe dan ook definitief bezegeld. Beide clubs zouden in dat geval – de intussen obligatoire licentieprocedures buiten beschouwing gelaten – dus alvast geen claims tegen een onrechtmatig verloop van de competitie kunnen neerleggen. Een niet onbelangrijk gegeven in het, zoals eerder al gesteld, eerder egocentrische klimaat van het Belgisch voetbal, waar gezond verstand lang niet altijd de bovenhand neemt. En het beschermen van de algemene belangen vaak ondergeschikt is aan de eigen doelstellingen.
REGULIERE RANKING
In het verlengde daarvan weten we niet of iedereen er vrede mee zou nemen, maar op die manier hebben we meteen ook een klassement waarin iedereen het tweemaal tegen elkaar heeft opgenomen. Ofwel het eindstation voor zowat alle andere competities in Europa. Met een scenario waarin Club Brugge nu de titel al toegereikt zou krijgen, kan het merendeel van de concurrentie allicht leven. Tenslotte hadden zij toch al min of meer de handdoek geworpen. De droevigste gezichten kunnen dan zelfs wel eens in Jan Breydel rondlopen, want Philippe Clement en co willen die eer vast liever zónder asterisk op hun naam schrijven.
Daarachter kan wel al wat meer discussie ontstaan, met heel wat teams die ongetwijfeld nog ambities koesteren om op te schuiven in PO I. Toch hebben zij, mocht het rampscenario werkelijk tot uiting komen, weinig reden tot protest als de reguliere ranking dan behouden blijft. Zeker omdat de bekerfinale tussen Club Brugge en Antwerp, het tweede evenement dat zeker nog ingepland moet worden, ervoor zorgt dat de eerste vijf ploegen allen verzekerd zijn van een Europees ticket. Nog een plekje vinden voor het tweede luik van de promotiefinale tussen OH Leuven en Beerschot, en het seizoen 2019/20 kan er al opzitten.
HETZELFDE ZEIL
We stellen de situatie hier nu misschien wel net iets te gemakkelijk voor, want financieel zou het afgelasten van de eindrondes natuurlijk nog altijd een drama voor onze clubs betekenen. We blijven dan ook vooral onze vingers kruisen dat de verdere verspreiding van het coronavirus snel kan worden tegengaan, en de normale gang van zaken spoedig weer hervat kan worden. Niet alleen in het voetbal, maar vooral ook in de echte wereld. Mocht het daarentegen echt niet anders mogelijk zijn, hoeft de JPL echter slechts drie wedstrijdmomenten in goede banen te leiden om alsnog tot een conclusie te komen waar weinig tegen in te brengen valt. Of toch tenminste als iedereen dan eindelijk eens aan hetzelfde zeil zou trekken.