Arne Decraene
Dat het onderhouden van de loonmassa een belangrijk gegeven is in een voetbalclub, daar kunnen ze in Anderlecht maar al te goed van meespreken. Toch komen alle salarissen van de overbetaalde flops in het Lotto Park uiteraard nog lang niet in de buurt van wat de grootste topploegen jaarlijks uitgeven aan hun spelers.
Naar jaarlijkse gewoonte publiceerde de UEFA donderdag een rapport over het Europese voetballandschap. Daarin kwamen onder meer de salarissen bij de Europese topclubs aan bod, en wat blijkt: ondanks hun statuut als 'rijkste' competitie ter wereld, zien we geen enkel team uit de Premier League in de top drie terug. Wel tellen de Engelse teams het meeste afgevaardigden in de top tien, waar zowel Manchester United, Manchester City, Liverpool, Chelsea én Arsenal hun optreden maken.
Helemaal bovenin het pak vinden we echter de twee Spaanse grootmachten FC Barcelona en Real Madrid terug, waarbij de Catalanen opvallend genoeg nog een grote voorsprong nemen op Los Blancos. Het podium wordt vervolledigd door PSG, lager in de top tien vinden we tot slot ook nog Bayern München en Juventus terug. De cijfers die in de studie aan bod komen, hebben trouwens wel betrekking op het financiële jaar 2018 en dus niet op de afgelopen twaalf maanden.
De top 10:
1. FC Barcelona : 529 M€ 2. Real Madrid : 431 M€ 3. Paris Saint-Germain : 337 M€ 4. Manchester United : 334 M€ 5. Bayern München : 315 M€ 6. Manchester City : 314 M€ 7. Liverpool : 298 M€ 8. Chelsea : 275 M€ 9. Arsenal : 271 M€ 10. Juventus: 261 M€
.webp)
