Antwerp FC heeft het kalenderjaar kunnen afsluiten op een gedeelde tweede plaats in de Jupiler Pro League. De Great Old is sinds de promotie dan ook aan het uitgroeien tot een absolute en vaste topclub in ons land. En het plafond op de Bosuil lijkt nog lang niet bereikt.
De opmars van Antwerp is voor een groot deel te wijten aan de financiële inbreng van preses Paul Gheysens en de knowhow van sportieve baas Luciano D'Onofrio. Maar zeker ook aan de sterkte van de spelersgroep. "Antwerp is terug, al een tijdje, maar steeds nadrukkelijker. Dankzij zijn DNA. Vooral dankzij Dieu, Faris, en genadeloze verdedigers als Van Damme vroeger en Arslanagic en Hoedt nu. Dankzij Bolat, en Refaelov, toch wat meer artiesten, de ene in het stoppen van een bal, de andere in de toets", analyseert Peter T'Kint van Sport/Voetbalmagazine.
Maar volgens hem zijn er twee spelers die nog net dat tikkeltje belangrijker zijn, vooral dan naar de achterban toe. "Twee culthelden, die het DNA van de club als het ware symboliseren: Ritchie De Laet en Didier Lamkel Zé. Nergens zou een rebel de held van de fan kunnen zijn. Tenzij op Antwerp."