Hoewel het binnen de club ontkent wordt, blijft er een pak onduidelijkheid heersen rond de sportieve aanpak bij RSC
Anderlecht. Hoofdcoach Franky Vercauteren staat voor een realistische en controlerende benadering, speler-manager Vincent Kompany houdt vast aan een romantische tot zelfs naïeve filosofie. Maar om die visie tot een succes te laten komen, moeten natuurlijk de juiste spelers voorhanden zijn. En dat is momenteel niet het geval.
ODE AAN EDO
Vooral op het middenveld is het verschil tussen Kompany en Vercauteren duidelijk merkbaar. Die eerste zweert bij twee aanvallende spelers en één controleur. De hoofdtrainer draait de driehoek echter doorgaans om. Het is daarom ook dat Edo Kayembe de voorbije weken nadrukkelijk in beeld kwam. Vercauteren wou meer zekerheid inbouwen en deed daarvoor beroep op de 21-jarige Congolees. Al werd die ingreep allerminst gesmaakt door de eigen achterban.
Kayembe moet het immers hebben van zijn fysieke capaciteiten en is geen zuiver talent zoals Yari Verschaeren, Jérémy Doku of Albert Sambi Lokonga. Al snel werd hij dan ook het mikpunt van kritiek. Bepaalde fans zagen in hem zelfs het symbool van het romantische Kompany-voetbal naar het realisme van Vercauteren. En toegegeven, de mooiste stijl van voetballen heeft hij niet en zal hij wellicht nooit hebben. Maar nuttig is hij zeker wel.
Na het ontgoochelende gelijkspel tegen KV Kortrijk werd geopperd om een mooiere voetballer zoals Michel Vlap in het elftal te droppen. Vercauteren deed dat. Maar tegen KV Oostende was het met de Nederlander niet veel beter, integendeel. Door het gebrek aan recuperatievermogen op het middenveld, werd een pak ruimte weggegeven. Kijk bijvoorbeeld hoe vrij Michiel Jonckheere stond bij de tweede treffer.
In de beker tegen Moeskroen keerde Kayembe dan ook terug in de ploeg. Met name zijn eerste 20 minuten waren dramatisch, maar de ploeg was wel meer in evenwicht. Bovendien plukten de andere middenvelder duidelijk de vruchten van het werk dat hij opknapte. Sambi Lokonga kwam veel beter voor de dag omdat hij geen defensieve arbeid moest verrichten.
EDO FERNANDINHO
Daarom een warme oproep voor de minder fraai ogende, maar waardevolle brekers op het middenveld, zoals Kayembe er één is. Zo'n type voetballer zal nooit de grote publiekslieveling zijn, maar zijn inbreng in de ploeg is cruciaal. Denk maar aan de gewichtige rol van Yves Vanderhaeghe ooit bij
Anderlecht. Of een niveautje hoger: N'Golo Kanté bij wereldkampioen Frankrijk. En voor de nostalgici: Claude Makélélé in het sterrenensemble van Real Madrid. Harde werkers, kilometervreters en nooit om een inspanning verlegen. Dat het allemaal niet zo mooi is, deert hen niet.
Bij Anderlecht wil Kompany zich graag spiegelen aan zijn leermeester Pep Guardiola. Maar veel raakvlakken zijn momenteel nog niet te constateren in het spel. Kompany weet ook als geen ander dat een juiste balans in een elftal van primordiaal belang is. In de ploegen van Pep spelen lang niet allemaal prima donna's. Bij Manchester City had Fernandinho als verdedigende middenvelder de voorbije jaren een zéér belangrijke en uitgeschreven functie. Intercepteren, duels winnen en de bal inleveren bij de artiesten. Bij de 34-jarige hoefde het allemaal niet zo mooi te zijn. Maar efficiënt wél.
Bovendien liet hij het systeem met de 'inverted wingbacks' ook beter renderen door een rijtje achteruit te schuiven wanneer de backs naar binnen knepen. Op die manier was er voor hen meer ruimte én was er iets meer defensieve zekerheid bij de tegenaanval. Die rol werd overigens ook perfect ingevuld door Javi Martinez bij het Bayern München van Guardiola.
DE EINDAFREKENING
Nu willen we Kayembe heus niet vergelijken met Fernandinho of Martinez, maar hun rollen bij hun respectievelijke clubs is wel heel erg vergelijkbaar. Tenminste onder Kompany. Want bij Vercauteren wordt hij vrij beperkt in zijn spel. Als Kayembe speelt, dan is zijn taak duidelijk omschreven. De bal recupereren en zo snel mogelijk inleveren bij een creatieve speler. En het liefst met zo weinig mogelijk slechte passes. In bepaalde situaties lijkt het zelfs alsof hij amper de middellijn mag oversteken.
En vooral hierdoor krijgt hij vaak de volle lading van de eigen supporters. Al mag dat in principe niet doorwegen op de eindafrekening van zijn prestaties. Zo benadrukte ook analist Peter Vandenbempt onlangs in Sport/Voetbalmagazine. "Hij werd afgemaakt op wat in principe zijn kwaliteit niet is: het spel sturen hoger op het veld. Kayembe was nochtans niet meer dan een van de zwakke schakels bij een traag voetballend Anderlecht", liet de radiocommentator noteren na de povere prestatie tegen KVK.
En wat betreft zijn core-business doet Kayembe het ook gewoon goed. Dit seizoen telt Anderlecht geen enkele centrale middenvelder méér intercepties dan de zo verguisde Kayembe. Bovendien lijkt hij weinig balverlies. Zowel Sambi Lokonga, Adrien Trebel als Peter Zulj, verloren dit seizoen de bal beduidend meer (gemiddeld per 90 minuten) dan de Congolese middenvelder. En Kayembe zit zelfs knap boven het gemiddelde van de
Jupiler Pro League qua succesvolle defensieve duels. De eindafrekening valt dus behoorlijk goed mee.
TE WEINIG VOETBALLER
Maar er is ook één groot nadeel, technisch gezien is Kayembe nu eenmaal een relatief beperkte voetballer. Ook Fernandinho en Martinez moesten het hebben van hun fysieke kwaliteiten, maar deden veel meer met de bal aan de voet. Zodra Kayembe het spel moet versnellen of vooruit moet voetballen, loopt het doorgaans fout. Zijn eerste twintig minuten op Moeskroen waren daar een pijnlijk voorbeeld van.
Daarom ook dat Sambi Lokonga momenteel dé vaste nummer zes is onder Kompany. Qua passing, dribbels, vista en andere technische aspecten heeft de jongere broer van Paul-José Mpoku kilometers voorsprong op zijn Congolese generatiegenoot. Maar door hem uit te spelen als controlerende middenvelder moet hij een pak meer terrein bestrijken en veel meer werk opknappen, iets wat ten koste gaat van zijn echte kwaliteiten.
Trebel is een ander alternatief, maar de Fransman voelt zich beter in zijn sas als hij kilometers kan afmalen in een iets hogere positie. Bovendien ligt hij niet in de bovenste schuif bij de speler-manager en zal het bestuur niet aarzelen om zich van zijn hoge salaris te voldoen. Zulj lijkt dan weer rijp om gecatalogiseerd te worden onder de noemer van 'floptransfer'. Indien Paars-Wit het dominante voetbal van Kompany wil behouden én het realisme van Vercauteren niet zomaar overboord wil gooien, zit er dus niets anders op: er zal komende winter een nieuwe controlerende middenvelder gehaald moeten worden.
DURE LUCAS
Paars-Wit zou vooral op zoek zijn naar versterking op de back-posities, maar wat ons betreft wordt een nieuwe controlerende middenvelder dé winterse transferprioriteit. Volgens de rijke traditie houdt men bij Anderlecht van artiesten op noppen. Spelers met een mooie stijl en technisch onderlegd. Maar momenteel is dus ook iemand nodig die de capaciteiten heeft om ook het fysieke werk op te knappen. En dan komen we al snel uit bij Lucas Biglia.
Een terugkeer van de Argentijnse maestro is voor heel wat fans de natte transferdroom en zijn naam zou ook al rondgegaan zijn in de burelen op Neerpede. Bij AC Milan zit hij dan ook op een zijspoor. Ondanks de komst van trainer Stefano Pioli, die erg goed met hem samenwerkte bij SS Lazio, kan Biglia op San Siro geen hoofdrol claimen. Gezien zijn aflopende contract zal Milan hem in januari niet veel in de weg leggen.
Maar op zijn 33ste speelt het financiële aspect uiteraard ook een hoofdrol en het is nog maar de vraag of Anderlecht gezien de huidige cijfers kan voldoen aan zijn looneisen. De kans is dus groot dat Paars-Wit naar een goedkoper alternatief op zoek moet. Maar een middenvelder met fysieke én voetballende capaciteiten aan een schappelijke prijs vinden, is in januari een bijzonder moeilijke opdracht. Tenzij je natuurlijk beschikt over de connecties van een Kompany ...