10 augustus, speeldag drie. Jelle Vossen mag van Philippe Clement voor het eerst in de basis starten, maar in Oostende krijgt Club Brugge slechts weinig voor elkaar. De spits ruimt daarom na een klein uur plaats voor topaankoop David Okereke, die een kwartier later prompt wél een gaatje vindt. Het sein voor Clement om Vossen definitief naar het achterplan te schuiven. Tot afgelopen zaterdag.
Met in totaal 14 doelpunten, waarvan drie in PO I, had de spits dan ook zeker een aandeel in de landstitel die hij in zijn eerste seizoen bij Club meteen in de wacht sleepte. Een succes waar ze in Brugge al 11 jaar op wachtten en dus de status van Vossen daar een flinke boost gaf, al was zijn rol in de laatste rechte lijn richting die oppergaai toch eerder beperkt. Abdoulay Diaby, clubtopschutter met 16 treffers, droeg toen immers het gewicht van de aanval op zijn schouders. Zeker in de play-offs, waar Vossen amper drie keer aan de aftrap verscheen. Toch wordt zijn komst nog steeds mee aanzien als de start van een nieuw tijdperk.
AFLOSSER VAN WESLEY
Het tweede belangrijke gloriemoment heeft daar vast nog veel meer mee te maken. In 2018 lijkt Club Brugge een heel seizoen lang af te stevenen op een tweede titel in drie jaar tijd, maar op het einde dreigt alles plots nog volledig in de soep te zullen lopen. Op de voorlaatste speeldag hijst Standard zich na een vroeg doelpunt van Kostas Laifis zelfs virtueel naast Blauw-Zwart aan kop, tot Vossen – na al dan niet hands van Ruud Vormer – voor de verlossing zorgt. Het 1-1 gelijkspel volstaat voor het kampioenschap, waardoor hij zo voor eeuwig de geschiedenisboeken ingaat als de maker van de beslissende goal voor landstitel nummer 15.
Dat Vossen überhaupt in de basis stond, was echter al een verrassing op zich. Wel eentje die hij aan zichzelf te danken had, want drie dagen eerder in Charleroi had de modelprof Club met een doelpunt en een assist als invaller óók al over de streep getrokken. Aan die rol was hij intussen dan ook best gewend geraakt, vermits Ivan Leko al bijna de hele campagne lang voor het vaste aanvalsduo Diaby-Wesley Moraes koos. Ook Emmanuel Dennis kreeg geregeld de voorkeur boven Vossen in de punt, die zo gedegradeerd werd tot derde of zelfs vierde keuze en vaak slechts als aflosser van de moegestreden Wesley aan de bak mocht.
65% PENALTY'S
Toch begon hij vorig jaar nog prima met een hattrick tegen Eupen, maar toen Wesley vervolgens lange tijd geschorst leek te worden – al gebeurde dat door de farce met de indicatieve tabel uiteindelijk niet – volgde een fikse motie van wantrouwen. Kaveh Rezaei werd als paniekaankoop in huis gehaald, en dat terwijl Siebe Schrijvers eerder al was gekomen en Loïs Openda een steeds hogere plaats in de pikorde afdwong. Tot overmaat van ramp sloeg dan ook nog eens het noodlot toe in de vorm van een zware knieblessure. Dat Vossen voorin opnieuw niet het vertrouwen zou krijgen, was toen voor iedereen evenwel al duidelijk.
Alleen in het seizoen tussen de twee landstitels van 2016 en 2018, al dan niet toevallig een van de minder indrukwekkende campagnes van de afgelopen jaren, was de goalgetter zo onbetwist titularis. Met 16 treffers deed hij zijn naam daarbij geen oneer aan, al kwamen zes van die doelpunten wel vanaf elf meter. Net zoals negen van de 14 ballen die Vossen sindsdien tegen de netten schoot overigens, oftewel bijna 65% van zijn totale productie in de voorbije twee campagnes. Veel te veel strafschoppen dus voor iemand wiens voornaamste argument om te mogen spelen, zijn reputatie als koele killer voor doel zou moeten zijn.
NIET UIT HET HART
Dat Vossen onder Clement voorin evenmin de eerste keuze blijkt, kunnen we dan ook bezwaarlijk een shock noemen. Wesley vertrok, maar behalve Dennis, Schrijvers, Okereke en Openda loopt nu ook Percy Tau rond in Westkapelle. Jongens die allen stuk voor stuk sneller, beweeglijker en technisch meer onderlegd zijn dan de 30-jarige routinier, voor wiens profiel de nieuwe coach net als Leko minder oog lijkt te hebben. Het manusje-van-alles – die echter tevens nergens in uitblinkt – werd bovendien ook als targetman te min bevonden, zo getuige de komst van Diagne. Zijn schaarse speelkansen waren dus best te voorspellen.
Uit het oog betekent daarom nog niet uit het hart, bewees Jan Breydel zaterdag andermaal. Zij lieten Vossen zien dat ze hem nog steeds een warm hart toedragen en zijn heldendaden uit het verleden niet vergeten zijn. Een mooi initiatief, maar wij wijzen de Brugse aanhang er toch graag even op dat de successen uit het heden wel zónder hun lieveling werden verwezenlijkt. De stunt in Madrid, de wervelende overrompeling van Anderlecht of zelfs nog maar gewoon de autoritaire leidersplaats in de competitie: het is nog maar de vraag om het met Vossen tussen de lijnen allemaal op dezelfde manier gelopen zou zijn.
ANDERE PAARDEN
Versta ons niet verkeerd, ook wij hebben respect voor zowel de voetballer als de persoon Vossen. Dat is wel het minste wat hij verdient, na alles wat hij al bereikt heeft in zijn carrière én gezien de voorbeeldige houding die de spits in zijn huidige situatie demonstreert. Zijn waarde in de Blauw-Zwarte kern, zij het louter als stem in de kleedkamer dan wel als iemand waarop Clement altijd kan rekenen, spreken wij dan ook evenmin tegen. Al staat die misschien niet helemaal in verhouding tot zijn ongetwijfeld zware salaris, de enige reden waarom Club binnenkort wel eens zou kunnen overwegen om afscheid van hem te nemen.
Om wekelijks aanspraak te kunnen maken op minuten, loopt er helaas voor Vossen en zijn vele trouwe fans tegenwoordig nu eenmaal meer kwaliteit rond in Brugge. Het merendeel van die jongens – of eigenlijk iedereen behalve huurling Tau – vertegenwoordigt bovendien een hoger potentieel op de transfermarkt, nóg een reden waarom de Bruggelingen er gebaat bij zijn om op andere paarden te wedden. Hoewel Jan Breydel roept om Jelle, is Club Brugge in zijn sterkste formatie dus beter af zonder Vossen. Al vinden we hier en daar een toemaatje, bijvoorbeeld woensdag in de beker tegen Oostende, best wel op zijn plaats.