De interlandbreak stond voor onze Rode Duivels bijna echt gelijk aan vakantie, want tegen bescheiden tegenstanders als San Marino en Kazachstan moest het nummer één van de wereld niet bepaald tot het uiterste gaan. Gelukkig maakten enkele records de verplichte nummers nog enigszins interessant, met de steun ook van Roberto Martinez. De bondscoach deed met enkele onuitgegeven keuzes immers zijn best om voor wat extra verhaallijnen te zorgen, al werden die niet overal even juist geïnterpreteerd.
Zo mochten Hans Vanaken en Dennis Praet tegen respectievelijk San Marino en Kazachstan voor het eerst in de basis beginnen, waarmee de draaischijf van Club Brugge en ex-motor van Anderlecht eindelijk loon naar werken kregen. RSCA-fans zagen in dat eerste duel bovendien ook youngster Yari Verschaeren opnieuw invallen en onder het goedkeurend oog van de anciens vanaf elf meter zelfs meteen zijn rekening openen bij het nationale elftal. Een mooie blijk van solidariteit in de Duivelse spelersgroep die helaas in schril contrast stond met wat we op sociale media weer allemaal te lezen kregen, met de beide supportersclans van de twee meest succesvolle ploegen van het land in een jammerlijke hoofdrol.
NEDERLAND & SPANJE
Hoewel ook Praet af en toe in de debatten werd gesleurd zijn de overige protagonisten in dit verhaal van afgunst en tweedracht zaaien vooral Vanaken en Verschaeren. De ene is 27 jaar, regerend Gouden Schoen en zit momenteel aan de top van zijn kunnen, de andere oogt als 18-jarig toptalent nog heel wat onrijper maar geldt wel een van de toekomstige gezichten van het Belgisch voetbal. Twee figuren die in de komende jaren een instrumentele rol zullen vervullen bij de Rode Duivels, dus, maar die vorige week andermaal gedegradeerd werden tot 'Blauw-Zwart' versus 'Paars-Wit'. Een doodzonde, zeker als je ziet dat in landen als Nederland en Spanje – waar met Ajax tegen Feyenoord en Barcelona tegen Real Madrid toch ook enkele stevige vetes woeden – wel iedereen als één man achter Oranje of La Roja gaat staan.

Weinig Rotterdammers die vorig jaar zaten te hopen op een falende Matthijs de Ligt of Frenkie de Jong bij het nationale team, net zoals in Spanje vandaag tot in Madrid gehoopt wordt dat Barça-sensatie Ansu Fati de natie binnenkort weer naar grote hoogtes tilt. De fans van Club Brugge en Anderlecht gunnen mekaar echter in zulke mate het licht in de ogen niet, dat wat hen betreft heel België in schaduw gehuld mag worden vooraleer ze iemand van de tegenpartij willen zien uitblinken. Spijtig, want wanneer de Gouden Generatie helemaal uit gedarteld is zal er waarschijnlijk weer naar hen gekeken worden om hofleverancier voor de Rode Duivels te spelen. Als de teneur bij de twee grootste supportersgroepen van het land dan nog steeds dezelfde is belooft dat echter weinig goeds wat de massale steun voor die jongens betreft.
HET SCENARIO VAN DEFOUR
Wanneer een prima meedraaiende Vanaken bijna louter schertsend vernoemd wordt als meeloper tussen al het (ex-)Anderlecht-geweld stellen wij ons immers serieuze vragen, net zoals wanneer omgekeerd een scorende Verschaeren vooral nijd oproept bij landgenoten die in het weekend toevallig een andere ploeg steunen. Dat het duo de meningen verdeelt kunnen we zeker gezien hun concurrentie voor een plaatsje in de EK-selectie best begrijpen, maar die onderlinge strijd moet ook zijn grenzen kennen.
In 2017 werkten de Rode Duivels in Brugge een oefeninterland tegen Japan af en werd Steven Defour omwille van zijn Paars-Wit verleden telkens hij de bal beroerde op een fluitconcert getrakteerd. Achteraf bleek het een van de redenen dat de middenvelder vervroegd op internationaal pensioen ging. Laten we dit scenario in de toekomst dus liefst zoveel mogelijk vermijden en de clubkleuren even op kant schuiven wanneer spelers van de tegenpartij de nationale eer verdedigen, want per slot van rekening staat iedereen volgende zomer toch weer zij aan zij te supporteren. Niet voor Club Brugge, Anderlecht of een andere club. Wel voor België en onze Rode Duivels.