Dat Anderlecht voluit de kaart van de jeugd trekt is intussen wel algemeen geweten. Hier en daar wordt zelfs gesuggereerd dat Paars-Wit zelfs te ver gaat in de verjonging, wat ook wordt aangehaald als mogelijke verklaring voor de tegenvallende resultaten. Maar is dat wel terecht?
Een blik op de huidige kernen van landskampioen Genk en vicekampioen Club Brugge leert ons dat de naaste concurrentie niet veel moet onderdoen voor de jeugdigheid in het Lotto Park. Meer nog, beide ploegen tellen net mínder ervaren dertigers in hun kern dan Anderlecht, dat met Vincent Kompany (33), Frank Boeckx (32), Samir Nasri (32), Alexandru Chipciu (30) en Nacer Chadli (30) over vijf zulke exemplaren beschikt. Bij Club zijn dat er slechts drie (Simon Mignolet, Ruud Vormer en Jelle Vossen), in de Luminus Arena zelfs maar één (Danny Vukovic).
Ook in hun geheel blijken de selecties van Genk en Club niet veel ouder dan die van Anderlecht. Sterker zelfs, de Limburgers zijn met een gemiddelde leeftijd van 23,3 jaar nog veruit de jongsten van het pak. Anderlecht (23,9) houdt nog net de rivalen uit Brugge (24,2) achter zich, al is ook dat verschil kleiner dan wat men op het eerste zicht zou denken. Dat de Brusselse jonkies meer minuten afwerken klopt zeker, al verdient ook dat enige nuance. De voorhoede van Club (Diatta, Okereke en Dennis) tegen Galatasaray was gemiddeld 22 jaar oud, invaller Loïs Openda (19) nog jonger. Genk begon in Salzburg dan weer met Sander Berge, Jhon Lucumi, Gaëtan Coucke (allen 21), Bryan Heynen en Joakim Maehle (beiden 22) in de basiself.