Hein Vanhaezebrouck werd zondagavond op straat gezet als hoofdcoach van RSC Anderlecht. De trainer moest de tol betalen na de tegenvallende resultaten en het zwakke spel van zijn ploeg. Maar blijkbaar waren er nog meer factoren die leidden tot zijn ontslag, er was meer aan de hand.
Zo meldt Het Nieuwsblad dat er langer ruis stond op de relatie tussen de coach en het nieuwe clubleiding. Vanhaezebrouck werd immers aangesteld door het vorige bestuur en ook voor hem kwam de overname door Marc Coucke als een grote verrassing. In de eerste maanden van het nieuwe bewind probeerden alle partijen in de mate van het mogelijke goed samen te werken, maar er zou aan beide zijden steeds meer irritatie ontstaan zijn.
Zo ergerde Vanhaezebrouck zich aan bepaalde ingrepen van Coucke. De affaire-Dimata, die zonder medeweten van de trainer op verlof werd gestuurd door de voorzitter, is alom bekend en ook het feit dat Coucke een speler opdrong waar hij niet in gelooft (Musona) werd niet gesmaakt. Daarnaast zou Vanhaezebrouck zich vragen hebben gesteld bij de degradatie van Luc Devroe.
WANTROUWEN
Ook het beleidsplan van Michael Verschueren werd met het nodige cynisme onthaald. "De projecten die Coucke en Verschueren voorstelden werden beschouwd als gebakken lucht", schrijft de krant. De aanstelling van Pär Zetterberg als assistent zorgde dan weer voor een bepaald wantrouwen.
Het bestuur vond dan weer dat Vanhaezebrouck 'tactisch te koppig was' en te veel vasthield aan zijn eigen filosofie, ook al sloeg die niet aan bij zijn spelers. Dat alles leidde er toe dat een verstandshuwelijk niet langer mogelijk was, zelfs niet voor de twee resterende wedstrijden in 2018.