Adrien Trebel kreeg volop lof na de winst tegen KV Oostende. Voormalig topverdediger Philippe Albert is het niet helemaal eens met al die lof. Dat gaf hij aan tegenover La Capitale.
RSC Anderlecht speelde geen goede wedstrijd tegen KV Oostende op voetballend vlak. Paars-Wit knokte wel en legde veel energie in de partij, maar voetballend was het stroef. Trebel pakte in de eerste helft uit met een prinsheerlijke assist voor Majeed Ashimeru, maar in zijn eerste 25 minuten lag hij meermaals te zwemmen op het middenveld. Hij kwam pas na de pauze meer aan voetballen toe, aangezien Felice Mazzu hem had aangegeven dat hij lager moest gaan spelen waardoor hij meer het spel kon verdelen.
Trebel kwam vooraan nog maar weinig aan bod, wat ook niet meteen de belangrijkste taak is van een defensieve middenvelder. De wisselwerking tussen Ashimeru en Trebel inzake het opnemen van de verdedigende taken verloopt nog zeer stroef, waardoor er veel te veel ruimtes liggen op het middenveld. Daarom was het ook vreemd dat Trebel - die weliswaar zeker een heel degelijke partij speelde - werd uitgeroepen tot Man van de Match, terwijl anderen duidelijk beter voor de dag kwam. Dat zag ook Albert.
Hij vond Francis Amuzu zeer sterk spelen en Zeno Debast was alweer outstanding. Beiden waren in de eerste helft veruit de beste spelers op het veld. Yari Verschaeren vond hij ook bijzonder goed, alleen moet die laatste actie nog beter worden. Albert noemde deze drie spelers als de beste RSCA'ers tegen KVO. Ondanks de assist had hij meer verwacht van Trebel, die samen met Ashimeru te weinig controle had over het middenveld. Met meer ritme in de benen kan dat mogelijk wat beter worden in de komende weken.