Het voorbije jaar leden de Belgische clubs massaal verliezen door de uitbraak van het coronavirus, die ervoor zorgde dat er van maart tot juli 2020 niet gevoetbald werd en dat er sindsdien slechts bij een handvol wedstrijden een beperkt aantal toeschouwers mocht toegelaten worden. Anderzijds kregen ze ook wel een stevig cadeau van de Belgische overheid.
Het Nieuwsblad becijferde immers dat vorig seizoen de clubs maar liefst 200 miljoen euro aan staatssteun kregen, in de vorm van kortingen op de belastingen en sociale zekerheid. 94 miljoen daarvan kwam uit belastingskortingen, 106 miljoen uit de verminderde RSZ-tarieven voor Belgische profclubs. Het valt echter af te wachten hoe lang clubs daar nog van zullen genieten.
De voorbije maanden gingen immers alsmaar luider stemmen op om komaf te maken met het gunstregime voor de clubs. Vooral na het uitbreken van Operatie Propere Handen waren de lage RSZ-tarieven een doorn in het oog van veel politieke partijen. Voorlopig lijkt er wel nog niet meteen een concrete hervorming in de pijplijn te zitten.