Defensief zit alles snor bij Anderlecht, dat met 31 tegentreffers alleen Club Brugge (18 stuks) moet laten voorgaan. Een schril contrast met de onmondigheid voorin, een euvel dat intussen toch al een tijdje aansleept. En in de hand wordt geholpen door een nijpend manco in de Paars-Witte kern.
De cijfers zijn al even schrijnend als bekend. Anderlecht liet de netten dit seizoen nog maar amper 40 keer trillen, het slechtste totaal in de volledige top 12 van de Jupiler Pro League, en had daarvoor bovendien al maar liefst 10 strafschoppen nodig. Vooral na nieuwjaar ogen de resultaten voorin bij de Brusselaars, waar Lukas Nmecha nochtans kan bekoren, ronduit bedroevend. In de voorbije vier duels in eigen huis, beker inbegrepen, kwamen de troepen van Vincent Kompany per slot van rekening slechts één keer tot scoren. En dat dan nog vanaf 11 meter. Een veldgoal maken lijkt dus een haast onmogelijke opdracht.
Tot overmaat van ramp leveren ook andere stilstaande fases, met name corners en vrije trappen, nauwelijks wat op. Reden daarvoor is de beperkte luchtmacht in het Lotto Park, zo stelt ook Het Nieuwsblad. De krant merkt op dat Kompany met Matt Miazga en Elias Cobbaut in zijn volledige kern maar twee veldspelers telt die groter dan 1 meter 85 meten. Geen wonder dus dat Anderlecht slechts twee keer raak trof met het hoofd, doelpunten die dan nog op naam staan van de vertrokken Landry Dimata en ... Percy Tau zowaar. Wat meer gestalte, niet alleen voorin maar in élke linie, lijkt dus een prioriteit voor aanstaande zomer.