Een smaakmaker armer, maar een record – dat allicht een tijdje zal standhouden – rijker. Dat is de conclusie voor de Jupiler Pro League na de transfer van Jonathan David, die voor 27 en op termijn normaal gezien zelfs 32 miljoen AA Gent inruilt voor Lille. Een huzarenstukje waar voorzitter Ivan De Witte en CEO Michel Louwagie terecht maar wat fier op zijn, want zij steken de concurrentie zo de loef af met de duurste vertrekker aller tijden uit onze competitie. Al is er toch ook bij Club Brugge en co enige reden tot juichen.
Dan hebben we het niet over het feit dat de Buffalo's op louter sportief vlak uiteraard verzwakt zijn, zeker nu De Witte aangeeft dat de geïncasseerde som niet meteen aan een vervanger zal worden gespendeerd. Hoewel de titelkansen daardoor ontegensprekelijk een aanzienlijke deuk krijgen, blijven de forse ambities in de Ghelamco Arena overigens ongewijzigd. Niet geheel onterecht, want ondanks het kwaliteitsverlies zijn er daar in principe nog altijd genoeg alternatieven voorhanden om straks mee te kunnen strijden voor het kampioenschap. Al zullen ze niet alleen in Brugge, maar ook in Antwerpen, Luik, Genk, Anderlecht en Charleroi nu toch net iets minder schrik hebben van de Gentenaren.
ONGEZIENE OOGST
Aan de andere kant kijken Club en Genk vast argwanend toe hoe de financiële kloof die zij de laatste jaren hebben geslagen wat wordt gedicht. Op de rest van de rivalen bouwt AA Gent dan weer een voorsprong uit, want qua slagkracht op de mercato vestigt het zich meer dan ooit aan de top van het Belgisch voetbal. Al kan de verkoop van David wel nog zijn weerslag hebben op de verhoopte kwalificatie voor de Champions League, waar de kans om door te stoten tot de groepsfase – sowieso geen sinecure – nu een pak kleiner wordt. Ook de bijhorende miljoenen, die de zomer helemaal geslaagd kunnen maken, dreigen de Buffalo's zo dus te mislopen. De keerzijde van de medaille, zeg maar, net zoals de druk om voortaan geslaagde investeringen in een hogere categorie te doen. Club, Genk en Anderlecht kunnen ervan meespreken.
Het neemt niet weg dat De Witte terecht pronkt met de historische krachttoer van zijn club, naar goede Gentse gewoonte uiteraard geregeld met een helpend handje van de alomtegenwoordige Mogi Bayat. 's Lands meest bekende makelaar dreef de prijs zelfs ei zo na nog wat verder op door met een bod van 35 miljoen afkomstig uit Leeds aan te draven, wat de bevriende voorzitter zelfs eventjes deed dromen van een Engelse biedingsslag. Eens duidelijk werd dat David zelf zijn zinnen op Rijsel had gezet, trad de Iraniër dan weer op als bemiddelaar om daar alsnog het onderste uit de kan te slepen. Uiteindelijk werd dat volgens De Witte dus een gegarandeerde 32 miljoen, al mag Gent in afwachting van een volgende stap wel nog 'maar' 27 miljoen bijschrijven op de bankrekening. Hoe dan ook blijft het alvast een ongeziene oogst naar Belgische normen.
FELLAINI & TIELEMANS
De preses heeft dan ook gelijk wanneer hij het over de uitstraling op onze volledige competitie heeft, al is een 'doorbraak' misschien overdreven. Per slot van rekening werd de toon al meer dan 10 jaar geleden gezet, toen Marouane Fellaini voor bijna 22 miljoen van Standard naar Everton trok. Nadien zou het nog even duren voor iemand zelfs nog maar in de buurt kwam van dat toenmalige record, al werden bedragen hoger dan 10 miljoen – voorheen enkel voor Jan Koller, Daniel Van Buyten en Vincent Kompany neergelegd – zeker in Anderlecht steeds minder uitzonderlijk. Romelu Lukaku, Dieumerci Mbokani, Chancel Mbemba en Aleksandar Mitrovic bevestigden immers de status van de JPL als opleidingsliga, terwijl ook Club Brugge met Carlos Bacca en Genk met Sergej Milinkovic-Savic, Leon Bailey en Wilfred Ndidi alsmaar hoger mikten.
Nog volgens De Witte heeft AA Gent de lat nu hoger heeft gelegd voor ons land, wat inderdaad klopt. Toch verdient ook die uitspraak enige nuance, want samen met de algemene inflatie van de markt zorgde Youri Tielemans daar drie jaar geleden al voor door voor 25 miljoen van Anderlecht naar AS Monaco te trekken. Sindsdien nam het aantal transfers boven de 10, 15 en soms zelfs 20 miljoen enorm toe, met voorbeelden in Luik (Razvan Marin en Moussa Djenepo) en Brussel zelf (Leander Dendoncker). Vooral in Genk (Ruslan Malinovskyi, Leandro Trossard en Ally Samatta) en Brugge (José Izquierdo, Marvelous Nakamba en Arnaut Danjuma) dikten de kassa's echter razendsnel aan, waarbij Club met Wesley Moraes zelfs Tielemans evenaarde. Met wat geluk kan Genk naar verluidt in de toekomst nog Sander Berge aan dat duo toevoegen.
PRIJZIG PRECEDENT
Zelfs zonder bonussen worden ze hoe dan ook allen overtreft door David, zij het vooralsnog met een kleine marge. Waar we het bij 35 of 40 miljoen zonder twijfel over een nieuwe standaard zouden hebben, lijkt dat gezien de sommen die de laatste tijd sowieso al circuleerden dus ietwat overdreven. Een trend waar trouwens ook kleinere clubs als Eupen (Henry Onyekuru), Zulte Waregem (Soualiho Meïté), KV Mechelen (Hassane Bandé), STVV (Takehiro Tomiyasu) en vooral Charleroi (Victor Osimhen) af en toe van profiteren, net zoals pakweg KV Kortrijk dat nu met Terem Moffi hoopt te doen. Wat dat betreft slaagt De Witte wél de nagel op de kop, want door voor zijn goudhaantje in het post-coronatijdperk de hoofdprijs te vragen – én vooral ook te krijgen – zet AA Gent inderdaad een belangrijk precedent neer voor onder meer de Kerels.
Aan de top bewezen, naast Osimhen, onder andere Timo Werner en Leroy Sané al dat de financiële kraters die het virus sloeg best meevallen. Van de vermeende dip op de internationale transfermarkt is alleszins vrij weinig sprake, want daar gaan de centen dus nog altijd vlot over de toonbank. Tenminste voor kleppers, wat evenwel nog niet betekende dat teams uit de grote competities even happig waren om grof geld in de JPL te spenderen. Ondanks het gevestigd statuut als doorverkoopcompetitie en de vele succesverhalen die daaruit voortvloeiden, is een voltreffer bij een dure aankoop in ons land tenslotte geen garantie. De vraag was dus of ploegen in de nieuwe realiteit nog bereid waren om die gok te nemen zonder een aanzienlijke korting te eisen. Nu de baanbrekende deal voor David eindelijk helemaal rond is, lijkt het antwoord volmondig 'ja'.
DE LES VAN DAVID
Een signaal dat dus ook goed nieuws is voor Club Brugge, dat een soortgelijk akkoord zoekt voor Emmanuel Dennis. Al beseft Blauw-Zwart allicht dat het, in tegenstelling tot de rivaal uit Gent, mogelijk wél een beetje water bij de wijn moet doen. Per slot van rekening blijft de aanvaller van een iets minder kaliber dan David, al is ook hij naar verluidt grof wild doorheen Europa. Gesterkt door het bedrag dat de Canadees opbracht, mag Club nu dus misschien alsnog mikken op de jackpot. Hetzelfde geldt voor een eventuele verkoop van Krépin Diatta, die ondanks zijn recente wanprestaties wel liefst aan boord wordt gehouden. Net zoals Genk bij voorkeur Joakim Maehle en Jhon Lucumi niet laat vertrekken. Mocht het toch nog tot onderhandelingen komen, staan ze in Jan Breydel en de Luminus Arena sinds dinsdag alvast weer iets sterker in hun schoenen.
Een stelling die vanzelfsprekend tevens opgaat voor Antwerp mocht het willen cashen op Aurélio Buta, of zelfs voor Didier Lamkel Zé nog wat hoopt te vangen, terwijl Standard sterkhouders zoals Samuel Bastien en Selim Amallah evenmin voor een prikje moet laten gaan. Hoewel het lozen van overbodige pionnen wél een pak lastiger werd, zeker indien ze zoals in Anderlecht over een veel te vet contract beschikken, lijkt de les van David immers dat kwaliteitsvolle spelers daarentegen nog steeds in trek blijven. Én ook vandaag nog altijd een flinke duit mogen kosten. Of de lat nu werkelijk met meer dan slechts een fractie opschoof, wat overigens niets afdoet aan het geleverde werk in Gent, zal in de toekomst moeten blijken. Als de Buffalo's nu al één ding bewezen, is het echter vooral dat ze in het heden zeker niet te laag mag worden gelegd.