Een boeiende topper. Dat is wel het minste wat we kunnen zeggen over de kraker tussen Anderlecht en Club Brugge, uiteindelijk beslist door de Gouden Schoen(en) van Hans Vanaken. Dat de draaischijf van Blauw-Zwart wel eens een match in een definitieve plooi durft leggen, is natuurlijk niks nieuws onder de zon. Voor de rest schreven zowel Philippe Clement als Frank Vercauteren echter ongetwijfeld naarstig hun notitieboekje vol, want aan beide kanten vielen heel wat lessen te trekken uit het beklijvende duel.
CLUB BRUGGE
Laten we beginnen bij de bezoekers, die twee sleutelfiguren misten vergeleken met de vorige, veel minder evenwichtige confrontatie tussen beide teams vlak voor kerst. Door de afwezigheid van de geschorste Clinton Mata en geblesseerde Krépin Diatta zag Clement namelijk zijn volledige rechterflank onthoofd. Hun vervangers waren Odilon Kossounou en Emmanuel Dennis, die in plaats van diep in de punt tegen de zijlijn geposteerd werd. Een rol die de flukse Nigeriaan onder Ivan Leko, toen Club in een nóg aanvallendere formatie geregeld met hem en Diatta als enkele vleugels aan de aftrap verscheen, wel vaker op zich nam.
Hoewel ook Clement graag vooruit denkt, compenseert hij de offensieve drang op rechts evenwel liever met een tegengewicht als Eduard Sobol aan de overkant. Toch bleek zondag andermaal hoe Diatta zelfs in die formule van uiterst groot belang is. Na amper tien seconden creëerde Anderlecht immers al een eerste grote kans in de rug van Dennis, een bestorming die bleef duren tot hij met Siebe Schrijvers van positie ruilde. Een rol als centrale spits, waar hij voor nóg meer dreiging zorgt dan vanaf rechts, lijkt de dribbelkont dan ook heel wat beter te liggen. Al speelt daar zijn gebrek aan killerinstinct hem helaas dan weer parten.
Waar Leko zich vaak nog ergerde aan Dennis zijn defensieve gebreken, had Clement zijn oordeel over diens geschiktheid op de flank eigenlijk dan ook al lang klaar. Een vermoeden dat nu bevestigd werd en als eerste les het schrift inging: Dennis wordt daar voorlopig geschrapt als optie. Mocht Diatta niet klaar raken voor het bekerduel van woensdag tegen Zulte Waregem, mag Thibault Vlietinck zich allicht dus aan een nieuwe kans verwachten. Zeker omdat Mata er dan weer bij loopt het systeem met drie achterin bijgevolg terug zal worden gehanteerd. Dat de Angolees daarin een cruciale schakel is, noteerden we namelijk als les twee.
Niet dat Mata zijn aandeel in het voortreffelijk rapport van de Brugse achterhoede nog bevestiging nodig had, maar tijdens zijn vorige afwezigheid nam Kossounou de fakkel wel nog schijnbaar moeiteloos over – zij het als zuivere back. In Antwerpen bracht Didier Lamkel Zé de onervaren Ivoriaan echter al een eerste keer aan het wankelen, in het Lotto Park viel hij net niet omver. Al bood Dennis zoals gezegd vooral in de zware beginfase wel maar weinig hulp. Toch gaf Kossounou ook daarna een onzekere indruk, tot Clement hem tijdens de rust hem uit zijn lijden verloste. Percy Tau kan getuigen dat het ook vroeger had gekund.
Zelf kwam de Zuid-Afrikaan niet van de bank, want behalve Dion Cools werden later ook nog Loïs Openda en Charles De Ketelaere de strijd ingegooid. Drie uitstekende invalbeurten, waarmee Clement de breedte van zijn kern nog maar eens bevestigd ziet. Én hij met Cools een eerder nog verguisde pion recupereert. Behalve één keer gevaarlijk balverlies kwam die als rechtsachter in de tweede helft immers veel minder in de problemen dan Kossounou, met enkele dieptepasses zorgde hij zelfs zélf voor dreiging. De Ketelaere liet zich dan weer opmerken met een assist, Openda was zoals gewoonlijk een gesel met zijn bedrijvigheid.
De jongens die ze waren komen vervangen, David Okereke en Schrijvers, kwamen daarentegen veel te weinig in het stuk voor. Zeker in de zone van de waarheid, waar de veel bedrijvigere Dennis zoals eerder al vermeld dan weer andermaal onmondig omsprong met de kansen die hij afdwong. Dat het uiteindelijk nog maar eens Vanaken was die dan maar zelf voor de doelpunten besloot te zorgen, is toch typerend voor het gebrek aan echte slagkracht en dadendrang voorin bij de autoritaire competitieleider. Die nieuwe spits mag er in januari dus misschien toch nog wel bij.
RSC ANDERLECHT
Voor Anderlecht leek versterking in de voorhoede eveneens dé winterse transferprioriteit, maar tot zowat ieders verbazing is die tot op heden nog steeds niet in Brussel geland. Aangezien na het vertrek van Isaac Kiese Thelin op de koop toe Kemar Roofe geblesseerd uitviel, waren de opties voor Vercauteren in aanloop naar zondag dan ook beperkt. Toch was het een verrassing dat de 18-jarige Antoine Colassin aan de aftrap verscheen, al had die weinig tijd nodig om dat statuut te rechtvaardigen. Met zijn geblondeerde knikker zorgde hij ei zo na al na tien seconden voor de openingsgoal, iets wat hem dik 20 minuten later wél lukte.
Ook voor de rest stond de jonge snaak meer dan zijn mannetje, zeker voor iemand die in zo een belangrijke en intensieve match voor het eerst tussen de grote jongen stond. Een gesmaakt debuut waar Paars-Wit hoop uit kan putten dus, zowel op als naast het veld. Als Colassin nu weet te bevestigen diep in de spits, bespaart dat namelijk toch weer een investering in een – al dan niet tijdelijke – noodoplossing. Vermits Anthony Vanden Borre dan weer nog wat tijd nodig heeft om op niveau te geraken, werd met Amir Murillo rechts achterin wél al een alternatief in huis gehaald. Ook de Panamees beleefde tegen Club zijn vuurdoop.
Net zoals Colassin doorstond Murillo die test met verve, want echt in de problemen kwam hij nooit. Zonder op te vallen liet de enige winteraanwinst zich bovendien gretig in de combinatie betrekken. Een meer dan degelijk en volwassen optreden dus, precies waar de recordkampioen nood aan heeft. In dat opzicht liet ook Derrick Luckassen zien een complementair duo te kunnen vormen met Kompany en – meer dan de jonge Marco Kana – zo in het centrum een stevig slot op de deur te verzekeren. Met tenslotte Elias Cobbaut op links zit het met de verdediging dus wel snor – en lijken de inverted wingbacks echt dood en begraven.
Uiteraard werden nog steeds flink wat kansen weggegeven, maar dat de tegenstand niet wekelijks van dit niveau zal zijn mag eveneens duidelijk wezen. Of Anderlecht dan wél fysiek in staat zal zijn om een volledige wedstrijd over het veld te draven, is echter nog maar de vraag. Het aantal spelers die zondag al ruim voor affluiten op hun tandvlees zaten, was immers nauwelijks op één hand te tellen. Ondanks de hoopgevende prestatie van de Brusselaars bleven we zo toch enigszins met een wrang gevoel achter. Is dit RSCA, los van het aanwezige spelersmateriaal en eventuele blessurelast, puur op conditioneel vlak wel goed genoeg?
Een van de puffende pionnen die ons het meeste zorgen baart, is ongetwijfeld Nacer Chadli. De voorbije maanden hield de Rode Duivel zijn ploeg nagenoeg op zijn eentje overeind, maar die inspanningen eisen nu steeds meer hun tol. Waar Chadli in oktober nog naar zijn beste vorm leek toe te groeien, zit hij na de nodige kwaaltjes namelijk terug bij af. Of zo leek het toch tegen Club Brugge, met voorsprong een van zijn minste matchen van dit seizoen. En dat in een nieuwe rol als spelverdeler, al hoeft Vercauteren dat idee toch nog niet helemaal op te bergen. Zeker niet wanneer Alexis Saelemaekers zo dartelt op de linkerflank.
Anderlecht verloor haar do or die game tegen de eeuwige aartsrivaal, en dus zouden we kunnen spreken over een catastrofale namiddag. Hoewel de foutenmarge nu wel érg miniem is, kon een driepunter tegen Club Brugge evenwel moeilijk in de plannen worden ingecalculeerd. De komende weken volstaat tegen Cercle, Moeskroen, KV Mechelen, Eupen, Waasland-Beveren, Zulte Waregem en STVV wel enkel nog de winst – rekening houdend met een zware verplaatsing naar Gent. Een uitermate lastige taak, maar gezien de goede prestatie tegen de leider misschien toch niet helemaal ondoenbaar. Althans niet als de nieuwe ontdekkingen al het goede van zondag bevestigen. En Vercauteren zijn lesjes heeft onthouden.