De twijfels die de voorbije weken rezen in en rond het Constant Vandenstockstadion werden zondag stevig en kordaat de kop ingedrukt. AA Gent werd met een 4-1-nederlaag terug naar de Ghelamco Arena gestuurd en was geen partij voor de (jonge) troepen van John van den Brom, die frivool voetbal op de mat legden. En zo kan en mag de landskampioen zich meer en meer gaan spiegelen aan het Nederlandse voetbalinstituut bij uitstek: Ajax Amsterdam. Desondanks de overvolle prijzenkast die prijkt in het Astridpark komen de Brusselaars natuurlijk nog niet aan de enkels van Ajax, dat in de periode-Cruijf en de vroege jaren negentig als één van de beste clubs ter wereld werd gezien. Maar als we naar het heden kijken en de filosofie en de transferverrichtingen van de clubs onder de loep nemen, springen er een aantal gelijkenissen tussen de twee in het oog. Het feit dat Paars-Wit dit seizoen de kaart van de jeugd lijkt te trekken -niet altijd in de basiself maar zeker en vast op de bank- is de opvallendste gelijkenis. Waar bij Ajax (maar dit seizoen zeker en vast ook bij PSV) jongens als Ricardo Van Rhijn, Viktor Fischer en Nicolas Boilesen het mooie weer maken, zijn Dennis Praet, Massimo Bruno, Youri Tielemans en Chancel Mbemba bij Anderlecht belangrijk aan het worden. Allemaal jongens uit de eigen jeugd (de ene speelt al iets langer bij Anderlecht dan de andere weliswaar). Ook Club Brugge laat dezer dagen heel wat youngsters opdraven, maar het valt niet te ontkennen dat Tielemans en Mbemba over een pak meer klasse beschikken dan pakweg Birger Verstraete of Brandon Mechele, hoe goed die jongens het ook doen. Daarenboven zitten mannen als Michaël Heylen en Frank Acheampong nog in de wachtkamer te wachten om hun kunsten aan het grote publiek te vertonen. Een tweede gelijkenis is rechtstreeks verbonden met de eerste: namelijk de transferpolitiek. Anderlecht nam dit seizoen afscheid van heel wat personeel: zowel basisspelers (Dieumerci Mbokani, Lucas Biglia, Milan Jovanovic) als wisselspelers (Behrang Safari, Marcin Wasilewski, Dennis Odoi,…) vertrokken uit Brussel. Tot op heden werden zij niet vervangen, alleen Luka Milivojevic en Fede Vico versterkten de kern. De andere kernplaatsen werden ingenomen door jonge knapen. Het toont aan dat Paars-Wit niet langer geld wil investeren in spelers die geen onmiddellijke meerwaarde betekenen voor de basiself. Spelers die dat wel zijn mogen wel wat kosten. Dat bewijzen de transfer van Milivojevic, de tevergeefse interesse voor Jonathan Dos Santos en de nakende komst van Aleksander Mitrovic. Je telt geen vijf miljoen euro neer voor een speler die niet meteen rendeert. Een laatste gelijkenis is het feit dat Anderlecht zich neerlegt bij zijn rol als ‘stepping stone’-club. Het beseft dat de Belgische competitie geen topcompetitie is en dat spelers die het hier goed doen, willen verhuizen naar een Europese (sub)topclub. Als de prijs goed is, kan Anderlecht het zich permitteren om een speler te laten gaan en het geld te investeren in eigen jeugd of een jeugdige vervanger die later met meerwaarde verkocht kan worden. Zo moet de wissel Biglia-Milivojevic alvast geïnterpreteerd worden. In de voetballerij kan het echter snel gaan. Misschien kent Anderlecht binnen enkele weken een ferme dip en haalt het in de winterstop enkel maar dure, gevestigde waarden en zijn de speelkansen voor Mbemba, Tielemans en Acheampong tot een minimum herleid. Iets zegt ons echter dat dat niet het geval zal zijn en dat deze jonge ploeg tot het bittere einde zal meestrijden om de titel.