Na elf seizoenen bij Manchester City met vier Premier League-titels, acht Engelse bekers en een goddelijke status tot gevolg, vond Vincent Kompany de tijd rijp om terug te keren naar
Anderlecht. Zijn oorspronkelijke rol als speler-manager bij de club van zijn hart begon met heel wat vraagtekens, bedenkingen en zelfs kritiek, maar de laatste maanden focuste de verdediger zich terug meer op zijn job tussen de lijnen. Toch lijkt Kompany ook daar soms te veel hooi op zijn vork te nemen.
TWEE VERSCHILLENDE VOETBALLERS
Laat het ons de aard van het beestje noemen, want het intelligente voetbaldier heeft altijd al nood gehad aan grote uitdagingen. Met Frank Vercauteren is de hoofdcoach echter niet langer een jaknikker zoals Simon Davies dat wel was. Vercauteren bracht het gevoel voor realisme terug naar het Lotto Park, wat meteen gepaard ging met betere resultaten. En ook voor Kompany zelf meer duidelijkheid schepte in zijn rol. De ancien werd terug voetballer in de eerste plaats, wat hem ook beter ligt.
Kompany geeft wekelijks het beste van zichzelf en is nog meer dan in Manchester de grote leider op het veld. De aanvoerder stuurt bij, communiceert, vuurt aan en laat zich vooral ook op voetballend vlak stevig gelden. Soms misschien net iets té veel, al kunnen we dat gezien de overschot die hij met zijn kwaliteiten in de Jupiler Pro League in principe heeft ergens wel begrijpen. Toch zijn er significante verschillen te constateren tussen de Kompany van bij City en de huidige Anderlecht 2.0-versie.
GESLAAGDE ACTIES & DRIBBELS
Door zich zo nadrukkelijk te laten gelden, legt Kompany om te beginnen meer risico in zijn eigen spel. Logischerwijze trekt dat zijn efficiëntie naar beneden, op zich geen drama. Hier en daar wat afval moet namelijk kunnen, zeker wanneer het weinig tot geen gevaar oplevert. Toch blijft het een opmerkelijke vaststelling dat de 89-voudig Rode Duivel dit seizoen minder geslaagde acties per wedstrijd laat noteren dan vorig jaar, toen hij nochtans nog op het hogere niveau van de Premier League acteerde.
Tijdens de huidige campagne rondt Kompany 81,5 procent van zijn acties met succes af, tegenover 87 procent op weg naar de Engelse titel vorig seizoen. De stijlrijke defensieleider durft in België dan ook veel vaker een dribbel aangaan en zocht nu al drie keer zo vaak zijn man op als vorig jaar in het Etihad Stadium. Kompany ging toen wel bij elk van zijn vier pogingen zijn tegenstander ook effectief voorbij, waar hij bij Anderlecht toch twee keer op 12 het leer moest inleveren. Nog steeds geen kwade cijfers.
PASSING: LANG EN KORT
Het voetballend vermogen van Kompany uit zich evenwel meer in de manier waarop hij van achteruit het spel verdeelt dan in dribbels. In Anderlecht probeert hij zelf het tempo te bepalen met snedige en complexe passes, die bijgevolg wel minder accuraat zijn dan wat we van hem gewend zijn. Geen wonder, want de speler-inspirator trapt bijna dubbel zoveel lange ballen dan vorig jaar in Manchester. Ook zijn passes over een kortere afstand blijken echter toch iets minder goed gericht dan gewoonlijk.
Bij City lanceerde Kompany gemiddeld vier verre passes per match, en dat aan een degelijk percentage van 63,5 procent. Bij Anderlecht zijn dat bijna tien zulke ballen, die wel 'slechts' in 58 procent van de gevallen aankomen. Wat de kortere passes betreft is het verschil wat kleiner. 70 stuks per wedstrijd (aan 88%) bij Anderlecht, tegenover 82 (aan 94%) onder Pep Guardiola. Wel nog even duidelijk stellen: Kompany onderneemt in het Lotto Park veel meer moeilijkere passes dan in diens tiki-takavoetbal.
DE COMPLEXERE PASSING
Gezien zijn status wil Kompany, die in theorie het niveau op de Belgische velden overstijgt, graag zelf het verschil maken. Iets waar hij met zijn defensieve en opbouwende klasse ook best toe in staat is, al kruipen er zoals gezegd op die manier wel meer slordigheden in zijn spel. De mindere passpercentages kunnen dus deels worden toegeschreven aan die hogere risicofactor, want sinds hij terug kamp opsloeg in Anderlecht neemt de ervaren rot weer heel wat meer initiatief in de zone van de waarheid.
Kompany was dit seizoen goed voor 19 doorsteekpasses en 21 ballen in de box. Een aanzienlijk verschil met vorig jaar bij City, toen hij in totaal respectievelijk twee en zes stuks afleverde. Die verhoogde kwantiteit bracht evenwel opnieuw een dip in kwaliteit met zich mee, want amper zeven en 11 van die moeilijkere passes bereikten ook een ploegmaat. In percentages komt dat neer op afgerond 37 en 52 procent, heel wat minder dan zijn accuraatheid in Manchester met respectievelijk 50 en 83 procent.
BALRECUPERATIE VS BALVERLIES
Kompany mag dan wel een verdediger zijn, zoals u ziet stonden zijn verrichtingen in balbezit altijd al even centraal. Het voetballend vermogen van de Rode Duivel staat dan ook net zo zeer buiten kijf als zijn puur defensieve capaciteiten. Iets wat hij de voorbije maanden in de
JPL al meermaals illustreerde, want het gemak waarmee Kompany van achteruit het spel kan dirigeren blijft van een niveau dat onze competitie ontstijgt. Al neemt hij daardoor dus soms wel net iets té veel gewicht op zijn schouders.
Het gevolg is acht keer balverlies per wedstrijd, een vrij hoog cijfer vanuit de achterhoede. Al geldt dus wel weer de bedenking dat zijn collega-verdedigers op de Belgische velden in het algemeen minder complexiteit in hun passing leggen. Bovendien is Kompany gemiddeld verantwoordelijk voor telkens net zoveel recuperaties én vijf intercepties per match, dus dat hij het spelletje nog steeds uitstekend kan lezen hoeft geen betoog. Op verdedigend vlak maakt hij zijn slordigheden dus ruimschoots goed.
BLESSURES & DUELS
Het lichaam van Kompany aan het begin van zijn elfjarige carrière in de Premier League valt in niets te vergelijken met de tempel van vandaag. Vince the Prince groeide er uit tot een gespierde atleet, die niets of niemand ontziet in de duels. Aan de andere kant van Het Kanaal kende hij dan ook weinig tot geen moeite met zijn rechtstreekse tegenstanders, die toch van een ander kaliber zijn dan de spitsen in de JPL. Ook in Anderlecht komt Kompany dus maar zelden in de problemen. Behalve met blessures.
In totaal stond de speler-inspirator amper iets meer dan de helft van de mogelijke minuten tussen de lijnen, een zorgwekkend cijfer. Ondanks dat frêle gestel nam de fysieke kracht echter niet af, want in 67 procent van zijn duels kwam hij als winnaar uit de strijd – een boost van bijna vijf procent ten opzichte van vorig jaar bij City. Zowel over de grond als in de lucht blijft Kompany doorgaans dus heer en meester over wie zijn pad kruist. Alleen dat lastige blessurespook kan hij niet van zich afschudden.
CONCLUSIE
Wanneer hij fit genoeg was om aan de aftrap te staan, trachtte Kompany zijn team duidelijk bij de hand te nemen. De verdediger deinsde niet terug voor het gewicht dat hij op zijn schouders torste en ging integendeel net met de borst vooruit voorop in de strijd, zij het niet altijd met het gewenste resultaat. Toch zette Kompany bijwijlen knap een ploegmaat alleen voor doel, dat de afwerking vervolgens iets te vaak ontbrak is niet zijn schuld. Anders had hij nu vast al meer dan één assist achter zijn naam staan.
Desalniettemin valt niet te ontkennen dat de verloren zoon af en toe net iets meer steken liet vallen dan de meesten op basis van zijn prestaties bij City vooraf hadden voorspeld. Met zijn kopkracht had de teller bovendien ook al op iets meer dan één doelpuntje mogen staan. De Kompany die vorig jaar zijn toekomstig standbeeld aan het Etihad Stadium snel nog wat opblonk, kregen we dit seizoen dus toch nog niet helemaal te zien. Aan de speler-inspirator om in de komende campagne(s) verder werk te maken van zijn exemplaar aan de Lotto Arena.