Anderlecht had niet veel tijd nodig om uit te halen op de transfermarkt. Amper enkele uren nadat de uitgaande deal van Alexis Saelemakers nagenoeg rond was, richtte Sporting haar pijlen op Marko Pjaca, Dejan Joveljic en Kemar Lawrence. Maar vooral de komst van Pjaca spreekt tot de verbeelding, maar enig voorbehoud is wel aangeraden.
DE 23 MILJOEN VAN JUVENTUS
Grote en jonge beloftevolle talenten met een gouden toekomst voor zich, je kan er ondertussen een dik boek over schrijven. Ook Marko Pjaca zou daar zeker een passage in hebben. Op 17-jarige leeftijd werd de lichtvoetige flankaanvaller reeds getipt als dé toekomst van het Kroatische voetbal. Op die jeugdige leeftijd debuteerde hij bij NK Lokomotiva Zagreb, maar echt doorbreken deed hij bij Dinamo Zagreb, dé topclub bij uitstek in Kroatië.
Dat grote talent en kwaliteiten ontging ook de Centraal-Europese topclubs niet. Op 21-jarige leeftijd maakte het grote Juventus hem het hof, en Dinamo ging uiteraard overstag voor een transferbedrag van 23 miljoen euro. Veel geld voor een 21-jarige speler. Zeker omdat Juventus zelden grote bedragen uitgeeft aan jonge spelers. Enkel voor Christian Romero (21 jaar, Genoa, 26 miljoen euro), Dejan Kulusevski (19 jaar, Atalanta, 35 miljoen euro), Paulo Dybala (21 jaar, Palermo, 40 miljoen euro) en Matthijs de Ligt (19 jaar, 85 miljoen euro) betaalde de Oude Dame nog meer.
TERUGVAL DOOR BLESSURES
Ondertussen zijn we al drie jaar verder en blijft er van die gouden toekomst nog maar bitter weinig over. De stempel van eeuwige belofte is bijna gedrukt. Maar op 24-jarige leeftijd heeft Pjaca nog tijd genoeg om zijn eigen persoonlijke afdruk te plaatsen op het Europese voetballandschap, iets wat hij altijd voorbestemd was om te doen. Zijn stagnatie de voorbije drie jaar had niets te maken met inzet, mentaliteit of een gebrek aan talent.
Al in zijn eerste seizoen bij Juventus begon Pjaca te sukkelen met verschillende blessures aan de kuit en de kruisbanden. Diezelfde kruisbanden waren ook de oorzaak voor het tweede tegenvallende seizoen in Turijn, waarna hij in januari werd uitgeleend aan Schalke 04. In Gelsenkirchen kende hij geen blessureproblemen, maar zweefde hij tussen de bank en de basis. In 2018 volgde een nieuwe uitleenbeurt aan Fiorentina, waar hij de concurrentie aanging met Kevin Mirallas. Maar opnieuw zorgden die dekselse kruisbanden voor een langdurige afwezigheid.
EINDELIJK TERUG FIT
Die zware blessure opgelopen in Firenze was tevens de oorzaak dat Pjaca dit seizoen niet aan de bak kwam bij Juventus. Pas sinds 19 december werd hij volledig fit verklaard door de clubdokters en begon hij opnieuw de wedstrijdselectie te halen. Op 15 januari 2020 werden hem eindelijk zijn eerste speelminuten gegund, dit in een invalbeurt van vijftien minuten in de Coppa Italia tegen Udinese. Zijn laatste volledige wedstrijd dateert evenwel al van 26 december 2018 bij Fiorentina – meer dan twee jaar geleden.
Op basis van zijn recente tegenvallende seizoenen wordt het vooral afwachten wat Pjaca zal bijbrengen aan het zwalpende RSC
Anderlecht. Maar heeft Sporting wel een andere keuze om dergelijke vraagtekens binnen te halen? De financiële situatie op Neerpede is alom bekend en daarom kan de club ook geen direct inzetbare kwalitatieve spelers contracteren. Nee, het moet realistisch. Ergens moét Anderlecht wel een risico nemen.
VOORZICHTIGHEID GEBODEN
Dat werd vorige winter ook met succes gedaan door het tijdelijke aantrekken van Yannick Bolasie, die uiteindelijk wel een geslaagde
transfer bleek. Bolasie is één, maar de vele tegenvallende wintertransfers zijn niet meer met beide handen bij te houden. Net zoals Pjaca werden ook veel andere Oost-Europeanen aangetrokken om hun carrière te herlanceren. Zeggen de namen van Filip Djuricic, Marko Marin en Lazar Markovic u nog iets?
Pjaca heeft uiteraard nog alles te bewijzen in het Lotto Park, en verdient het voordeel van de twijfel. Hij is dan ook een totaal ander type dan Djuricic, Marin en Markovic, als we dan toch de vergelijking toch moeten maken. Zijn speelstijl zal de harten van het Paars-Witte publiek beroeren. Zonder twijfel.
DE NIEUWE PRINS VAN HET PARK?
Goesting. Dat straalt Pjaca steeds uit op het voetbalveld. De 24-jarige dribbelkont is een vat vol energie. Dynamiek, enorm snel en een uitstekende techniek, Pjaca is een lust voor het oog. Voetbalromantici kunnen deze transfer alleen maar toejuichen. Maar meer statistisch en efficiënt ingestelde waarnemers zullen wellicht hun bedenkingen hebben.
Pjaca houdt ervan om te dartelen op de linkerflank. Bovendien kan hij de looplijnen in de rug van de vijandelijke defensie ook goed oppikken. Maar zijn voetbalintelligentie is niet helemaal top. Met zijn fluwelen rechtervoet duikt Pjaca vaak richting het centrum, maar hij kan ook als nummer tien of als tweede aanvaller uit de voeten. Door zijn polyvalentie heeft Anderlecht opeens wat extra aanvallende opties voorhanden. Dan kan ook zeker van pas komen na het vertrek van de multi-inzetbare Alexis Saelemaekers naar AC Milan.
Op statistieken hoef je Pjaca niet te beoordelen. Zijn kwaliteiten liggen vooral in de opbouwende acties, de versnellingen, de klasseflitsen. De positieve intenties zijn er steeds, iets wat Anderlecht dit seizoen zeker kan gebruiken – denk maar aan het debacle in Cercle Brugge. Wordt Pjaca weldra de nieuwe prins van het Park?