Het cliché luidt dat het jaar van de bevestiging altijd het moeilijkste is en dat ondervinden ze bij KRC Genk dit seizoen aan den lijve. De landskampioen staat momenteel niet eens in de top zes en in de Champions League kreeg het enkele pandoeringen. Het vertrek van sterkhouders als Pozuelo, Malinovskyi en Trossard blijkt onvoldoende opgevangen en de kritiek luidt dat Genk té veel jonge spelers gekocht is.
Technisch directeur Dimitri de Condé is het daar echter niet mee eens. "We haalden Hrosovsky, 27 jaar en kapitein van Plzen. Onuachu is 25, Bongonda heeft al een heel traject afgelegd. Sorry, ik vind dat zo een clichévraag van jou. Bovendien, op winnaarsmentaliteit staat geen leeftijd", stelt hij in Het Laatste Nieuws. "Wij zijn vandaag financieel een gezonde club, maar de realiteit is dat we nog steeds elk seizoen Europees voetbal moeten halen en één of twee transfers moeten doen om telkens een gat te vullen."
"Wij kunnen geen Mignolet halen. Of Vadis. Ik geef toe dat de filosofie van de club – waar ik trots op ben, voor alle duidelijkheid – het mij niet makkelijker maakt: ik moet naar een veel groter plaatje kijken dan enkel trachten om een match te winnen in het weekend. Daarom ben ik zo blij met de landstitel. Het is het bewijs dat de visie van KRC Genk werkt. Dat we niet moeten toegeven aan de vraag om meer oudere spelers aan te trekken."