KRC Genk speelde afgelopen zomer voor de vierde keer in zijn geschiedenis kampioen. In de toekomst zal een trainer toch twee keer nadenken als hij nadien overneemt, want er rust stilaan een vloek op het seizoen na een landstitel.
Aimé Anthuenis pakte in 1999 de titel en vertrok nadien naar
Anderlecht. Jos Heyligen nam over, maar hij kon Genk niet handhaven in de top en werd in januari ontslagen en vervangen door Johan Boskamp. Genk eindigde teleurstellende achtste maar won wel de Beker van Belgie.
In 2002 loodste Sef Vergoossen naar een tweede titel. Hij bleef wél aan boord, maar Genk kon dat seizoen niet evenaren. Vergoossen bleef nog tot 2004 trainer en stapte toen zelf op. Na een titel werd het dus weer minder in Genk. De Limburgers parkeerden zich het jaar na de titel op een povere zesde plaats.
In 2011 pakte Frank Vercauteren het kampioenschap met Genk en hij trok naar Al Jazira. Mario Been nam over en de Nederlander speelde nooit mee voor de titel, maar na een vijfde plaats in de reguliere competitie eindigde Genk wel nog knap derde in PO I.
Philippe Clement zorgde voor een stunt door Genk zijn vierde titel te bezorgen. Hij verliet Limburg voor
Club Brugge en Felice Mazzu nam over. Hij werd na veertien speeldagen bedankt voor bewezen diensten na een zwakke 20 op 42.