We hebben er lang op moeten wachten, maar dit weekend kregen we eindelijk nog eens het echte Anderlecht te zien. Niet op het veld, waar Paars-Wit andermaal teleurstellend voor de dag kwam tegen Waasland-Beveren. Wel in de tribunes van het Lotto Park, dat voor het eerst dit seizoen weer deed denken aan de tijd toen de voetbaltempel gewoon nog het Constant Vanden Stockstadion heette.
Als makke lammetjes keken ze de voorbije weken toe hoe hun fiere ploeg gedegradeerd werd tot een schim van het normaal zo glorieuze instituut. Zelfs na de wanprestatie in Brugge, waar Anderlecht compleet van het veld werd gespeeld door de eeuwige aartsrivaal, hadden de fans nog applaus over voor de spelers die hun geliefde kleuren net oneer hadden aangedaan. Zondag liep de emmer echter dan toch over. 0-0 thuis tegen Waasland-Beveren en zes op 27, dan mag je als supporter van een titelkandidaat al eens fluiten. Al kunnen we best wel zonder het intussen traditionele praatje tussen spelers en publiek achteraf, iets waar ze in Anderlecht stilaan mee mogen stoppen. Massaal uitleg gaan geven hoeft echt niet en is ook niet iets waar de menigte zogenaamd recht op heeft. Gewoon het gejoel incasseren, nog even handjes klappen en met de kop in de grond de kleedkamer induiken volstaat.
KRITISCH OOG
Waar we ons doorgaans dus al eens durven storen aan de wel erg veeleisende Anderlecht-aanhang vonden we het nu net dringend tijd dat die eindelijk van zich liet spreken. Met stijgende verbazing keken we immers toe hoe de ene na de andere opdoffer week na week oogluikend werd toegestaan, onder het mom van krediet voor Messias Kompany en geduld met de vele jongeren. ‘Trust The Process’ en ‘In Youth We Trust’, weet u wel. Dat er daarbij ook op die jeugd al eens een kritisch oog geworpen mag worden leek iedereen gemakshalve eventjes te vergeten. Of gelooft u misschien wel dat Sardella, Dewaele of Amuzu kans zou maken op een basisplaats bij elke andere topclub? Zelfs bij de paar jonkies die wél dat potentieel hebben – Verschaeren en Lokonga, in de toekomst misschien ook Doku – plaatsen we vraagtekens rond het huizenhoge enthousiasme waarmee ze nu al massaal overstelpt worden.
Verschaeren en Lokonga hebben beiden tonnen klasse, maar de ene mist efficiëntie terwijl de andere nog steeds geen 20 matchen op het hoogste niveau achter de kiezen heeft. De vergelijkingen met een Tielemans of Dendoncker gaan voorlopig dus nog lang niet op en zijn eerder een wanhopige poging om zo snel mogelijk het volgende goudhaantje te ontdekken. Zie ook Saelemaekers, een paar weken terug nog verguisd maar na één goede match in de beker – of liever drie goede baltoetsen – meteen alweer de hemel in geprezen. Hetzelfde geldt voor Roofe, die een matig partij afwerkte tegen Beerschot maar door de hoge nood aan een spits toch prompt gebombardeerd werd tot de grote verlosser. Een tendens die eigenlijk zelfs al op speeldag één begon, toen de supporters na amper tien minuten spelen tegen KV Mechelen al stonden te popelen om het te hebben over "het beste Anderlecht in jaren".
MISPLAATSTE ARROGANTIE
Ook na afloop waren ze toen best tevreden met wat ze hadden gezien, hoewel hun team net in eigen huis had verloren tegen de promovendus. Net zoals de jongelingen worden ook Kompany en zijn proces dus niet langer aan dezelfde standaard gehouden als zijn voorgangers, die goed voetbal én resultaten in een mum van tijd moesten zien te combineren. Op dit moment zien we geen van beide terug in het Lotto Park, dat desondanks toch nog wachtte tot zondag om voor het eerst haar onvrede te uiten. Het past niet bij de recordkampioen, waar normaal gezien veel meer verlangd en zelfs geëist wordt. Niet dat we opperen voor misplaatste arrogantie, want dat kregen we voor het seizoen en recent nog uit de mond van Saelemakers al genoeg te zien. Een kritische blik is dan weer wel op zijn plaats en zou best weer eens wat vaker mogen worden bovengehaald. En niet alleen wanneer het over favoriete zondebok Zulj gaat.